M7 H3 Economische groei H3.1 Macro - economische productiefunctie

M7 H3 Economische groei 
H3.1 Macro - economische productiefunctie
Leerdoelen:
Je kunt werken met de macro-economische productiefunctie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

M7 H3 Economische groei 
H3.1 Macro - economische productiefunctie
Leerdoelen:
Je kunt werken met de macro-economische productiefunctie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Sectoren
De economie kan in vier sectoren worden verdeeld:
  • Primaire sector: hebben directe relatie tot de natuur; zoals landbouw, visserij, delfstoffen
  • Secundaire sector: de industriële sector; alles waar producten (uit de primaire sector) een bewerking ondergaan.



Slide 7 - Slide

  • Tertiaire sector: commerciële dienstverlening; zoals winkels, restaurants, kappers
  • Quartaire sector: niet-commerciële dienstverlening; zoals ziekenhuizen, scholen, kerken

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Kapitaal-arbeidverhouding
De kapitaal-arbeidverhoudingen geeft weer in welke verhoudingen kapitaal en arbeid er geproduceerd wordt / kan worden. 
De kapitaal-arbeidverhouding geeft de relatieve hoeveelheid arbeid ten opzichte van de hoeveelheid kapitaal weer die in een productieproces wordt gebruikt.

Slide 11 - Slide

Sectoren die kapitaalintensief zijn gebruiken relatief veel kapitaal ten opzichte van arbeid. Deze sectoren hebben een ............. kapitaalarbeidsverhouding. Dit zijn van oudsher vooral de bedrijven in de secundaire sector en tegenwoordig ook wel in de primaire sector.
Sectoren die arbeidsintensief zijn gebruiken relatief veel arbeid ten opzichte van kapitaal. Deze sectoren hebben een ............. kapitaalarbeidsverhouding. Dit zijn vooral de bedrijven in de tertiaire en quartaire sector.

Slide 12 - Slide

Sectoren die kapitaalintensief zijn gebruiken relatief veel kapitaal ten opzichte van arbeid. Deze sectoren hebben een hoge kapitaalarbeidsverhouding. Dit zijn van oudsher vooral de bedrijven in de secundaire sector en tegenwoordig ook wel in de primaire sector.
Sectoren die arbeidsintensief zijn gebruiken relatief veel arbeid ten opzichte van kapitaal. Deze sectoren hebben een lage kapitaalarbeidsverhouding. Dit zijn vooral de bedrijven in de tertiaire en quartaire sector.

Slide 13 - Slide

Groei wordt bepaald door: 
Kapitaal (Machines etc.)
Arbeid (Beroepsbevolking)
Overige productiefactoren + kwaliteit ervan

Slide 14 - Slide

De factorproductiviteit hangt o.a. af van:

- scholingsniveau (bepaalt kwaliteit arbeid)

- innovatie 
(bepaalt productiviteit kapitaal / arbeidsproductiviteit)

- kwaliteit ondernemerschap 
(bepaalt de efficiëntie van de inzet van productiefactoren)


Slide 15 - Slide

Beïnvloeding factorproductiviteit (BBP)
Scholing --> Hogere arbeidsproductiviteit
Innovaties --> Vernieuwingen machines 
Instituties --> Goed rechtssysteem zorgt voor gevoel van veiligheid
Corruptie --> Onzekerheid door omkoping van bijv ministers (hoe minder corruptie, hoe beter)

Slide 16 - Slide

Beïnvloeding factorproductiviteit
Fysieke infrastructuur: Spoorwegen, havens, wegen. Kapitaal voor de productie in een land
Monetaire infrastructuur: financiëel mogelijk om te handelen
Aanbod van arbeid: hoe groot is de beroepsbevolking? Hoe flexibel is de arbeidsmarkt?
Wig: Verschil tussen netto loon en loonkosten (Veel belasting is grote wig, dus weinig motivatie te werken)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide