P1 - Grammar

Hello!
1 / 43
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hello!

Slide 1 - Slide

Timetable
5 min - Inloop. Heb je vragen? Nu kun je ze stellen.

Telefoon in de telefoontas, geen eten en drinken [ook geen kauwgom], zoek je plek en pak je spullen. 
Presentielijst.

Grammar lesson 

5 min - Centrale afsluiting en hw instructie


Slide 2 - Slide

Today's lesson
Lesson goals:

  • You understand the grammar needed for the task
  • You can apply the grammar needed for the task

Slide 3 - Slide

Recap

Slide 4 - Slide

Writing days & months

Monday | Tuesday | Wednesday | Thursday | Friday | Saturday | Sunday

January | February | March | April | May | June | July | August | September | October | November | December

Slide 5 - Slide

Take a look at these numbers

Slide 6 - Slide

Take a look at these numbers
  • One - First
  • Two - Second
  • Three - Third  
  • Four - Fourth
  • Five - Fifth
  • Six - Sixth
  • Seven - Seventh
  • Eight - Eighth 
  • Nine - Nineth
  • Ten - Tenth

Slide 7 - Slide

Take a look at these numbers
  • One - First
  • Two - Second
  • Three - Third  
  • Four - Fourth
  • Five - Fifth
  • Six - Sixth
  • Seven - Seventh
  • Eight - Eighth 
  • Nine - Ninth
  • Ten - Tenth

Slide 8 - Slide

Take a look at these numbers
  • One - First
  • Two - Second
  • Three - Third  
  • Four - Fourth
  • Five - Fifth
  • Six - Sixth
  • Seven - Seventh
  • Eight - Eighth 
  • Nine - Ninth
  • Ten - Tenth

Slide 9 - Slide

Writing dates 
Day - comma, number, Month

  • Thursday, 1st October
  • Friday, 2nd December
  • Tuesday, 3rd February
  • Saturday, 24th July
Do exercise 1:
- Finding dates
- Writing dates

Slide 10 - Slide

Writing dates 
Day - comma, number, Month

  • Thursday, 1st October
  • Friday, 2nd December
  • Tuesday, 3rd February
  • Saturday, 24th July

Slide 11 - Slide

Dus: wat is bijzonder?
  • Schrijf de dag en de maand altijd met een hoofdletter.
  • Zet altijd een komma na de dag.
  • Zet -st, -nd, -rd, -th achter het getal.

Slide 12 - Slide

A.M. 

  • First half of the day
  • Starts at midnight - 00:00
  • Lasts till noon - 12:00
P.M. 

  • Second half of the day
  • Starts at noon - 12:00
  • Lasts till midnight - 00:00 
A is de eerste letter in het alfabet = de eerste helft van de dag. 

Digitale klok: 00:00 - 12:00 = eerste helft van de dag = A.M. 
Digitale klok: 12:00 - 23:59 = tweede helft van de dag = P.M. 

DO exercise 1: writing time 

Slide 13 - Slide

$2.50              €2,50             £2.50   

Slide 14 - Slide

$2.50              €2,50             £2.50   

Slide 15 - Slide

$2.50              €2,50             £2.50   
Do exercise 1:
- Matching prices
- Writing prices 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Prepositions 

  • On
  • Behind
  • Opposite
  • Between
  • Next to
  • Under
  • Through
  • In front
  • On top
Voorzetsels

  • Op
  • Achter
  • Tegenover
  • Tussen
  • Naast
  • Onder
  • Door
  • Voor
  • [Boven]op 

Slide 19 - Slide

Prepositions 

  • On
  • Behind
  • Opposite
  • Between
  • Next to
  • Under
  • Through
  • In front
  • On top
Voorzetsels

  • Op
  • Achter
  • Tegenover
  • Tussen
  • Naast
  • Onder
  • Door
  • Voor
  • [Boven]op 
Do Exercise 1: Choosing prepositions

Slide 20 - Slide



Working in pairs:


Do Exercise 1: Writing travel directions

Slide 21 - Slide

Comparing 

Slide 22 - Slide

Groot - Groter - Grootst
  • Big - Bigger - Biggest
  • Voor korte vergelijkingswoorden [1 lettergreep]
  • Vergrotende trap +er
  • Overtreffende trap +est

Slide 23 - Slide

Mooi - Mooier - Mooist
  • Beautiful - more beautiful - most beautiful 
  • Voor lange vergelijkingswoorden [meer dan 1 lettergreep]
  • Vergrotende trap + more
  • Overtreffende trap + most

Slide 24 - Slide

Goed - Beter - Best
  • Good - Better - The best
  • !!! uitzondering !!!

Slide 25 - Slide

Goed - Beter - Best
  • Good - Better - The best
  • !!! uitzondering !!!
Do exercise 2:
- Finding promotion words
- Choosing promotion words
- Writing promotion words like ''the coolest''
- Writing promotion words like ''better than''
- Choosing the best promotion words
- Writing the best promotion words

Slide 26 - Slide

Hi there!
  • I am 31 years old
  • I live in Heeswijk-Dinther
  • I teach English
  • I like to cook
  • I love coffee
  • I hate early mornings 

Slide 27 - Slide

Hi there!
  • She is 2 years old
  • She lives in Heeswijk-Dinther
  • She teaches nothing
  • She likes to play
  • She loves her ball
  • She hates the mailman 

Slide 28 - Slide

Me

  • I am 31 years old
  • I live in Heeswijk-Dinther
  • I like to cook
  • I love coffee
  • I hate early mornings 
  • I teach English
Pip

  • She is 2 years old
  • She lives in Heeswijk-Dinther
  • She likes to play
  • She loves her ball
  • She hates the mailman 
  • She teaches nothing

Slide 29 - Slide

SHIt

Slide 30 - Slide

The Shit-rule
  • Wanneer we het hebben over feiten, wetten en gewoontes [dingen die altijd, vaak of soms voorkomen] gebruiken we het hele werkwoord bij:
  • I | We | You | They

  • Wanneer we het hebben over feiten, wetten en gewoontes [dingen die altijd, vaak of soms voorkomen] gebruiken we het hele werkwoord + s bij:
  • He | She | It

  • Present Simple

Slide 31 - Slide

Let op!
  • Eindigt een werkwoord op een -y?
  • Dan wordt de -y vervangen door -ies bij he|she|it.


    Voorbeeld:

  • We study
  • He/She/It Studies

Slide 32 - Slide

To be 
  • Onregelmatig werkwoord [irregular verb] -> uit je hoofd leren!
  • ''zijn'' in het NL

  •  I am
  • You are
  • He|she|it is
  • We are
  • You are
  • They are

Slide 33 - Slide

To be 
  • Onregelmatig werkwoord [irregular verb] -> uit je hoofd leren!
  • ''zijn'' in het NL

  •  I am
  • You are
  • He|she|it is
  • We are
  • You are
  • They are
Do exercise 2:
- Choosing the correct verb
- Writing verbs in the correct form

Slide 34 - Slide

Timetable
5 min - Inloop. Heb je vragen? Nu kun je ze stellen.

Telefoon in de telefoontas, geen eten en drinken [ook geen kauwgom], zoek je plek en pak je spullen. 
Presentielijst.

10 min - Memrise/test your words in stilte 
10 min - Instructie plurals
10 min - Zelfstandig werken plurals
5 min - Huiswerkinstructie & afsluiten


Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Enkelvoud - Meervoud
  • Singular - Plural 
  • De meeste woorden krijgen een -s achter het woord als het om meer dan één gaat.
  • one car - three cars
  • Eindigt een woord op -y
  • Dan verandert -y in -ies 
  • Party - Parties

Slide 40 - Slide

Uitzondering!

  • Man - Mannen
  • Vrouw - Vrouwen
  • Kind - Kinderen
Exception!

  • Man - Men
  • Woman - Women
  • Child - Children 

Slide 41 - Slide

Uitzondering!

  • Man - Mannen
  • Vrouw - Vrouwen
  • Kind - Kinderen
Exception!

  • Man - Men
  • Woman - Women
  • Child - Children 
Do exercise 2:
- Writing words in the plural

Slide 42 - Slide

Homework

Slide 43 - Slide