B1c- lundi 4 octobre 2021

  1. Ga rustig zitten
                    op je eigen plaats

  2. Pak je spullen:
    agenda, pen, chromebook, boeken, schrift

  3. Telefoon in je tas
  4. Tas op de grond naast je tafel
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

  1. Ga rustig zitten
                    op je eigen plaats

  2. Pak je spullen:
    agenda, pen, chromebook, boeken, schrift

  3. Telefoon in je tas
  4. Tas op de grond naast je tafel

Slide 1 - Slide

le 4 octobre
  • Le 4 octobre est un jour spécial! Pourquoi?
  • Donc: on commence par une chanson
  • Attention: ça va vite!!
  • Ouvrez l'enveloppe
  • Ecoutez la chanson et
  • Mettez les feuilles dans le bon ordre

Slide 2 - Slide

Is het gelukt?
Controleer of jouw volgorde klopt


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Journée mondiale des animaux

Slide 5 - Slide

Controleer of je dit correct hebt genoteerd
donderdag 2021 -> let op: SO

Leren
-Voca 1,2 (tb. p20)
-Werkwoord être (tb. p21)
-Telwoorden 0-20 (tb. p21)

(af)Maken :--




Slide 6 - Slide

Leren:          werkwoord être     
(af)Maken: L4 ex. 9,10 (wb p.13) 


Slide 7 - Slide

Nieuwe stof
- Het lidwoord (tb p.21,22)
- Maken: L4 ex.11,15 (wb p.13,14);  L5 ex. 14 (wb p. 17)

Slide 8 - Slide

lidwoorden 
classe 1

Slide 9 - Slide

Wat zijn lidwoorden in het
Nederlands?

Slide 10 - Mind map

Frans
  • de / het 
  • le --> mannelijk        (le garçon) (le collège)
  • la --> vrouwelijk        (la fille) (la porte)
  • les -> meervoud       (les garçons) (les filles)

  • l' --> klinker / h           (l 'école)

Slide 11 - Slide

de jongen
A
le garçon
B
la garçon
C
les garçon
D
l'garçon

Slide 12 - Quiz

de naam
A
le nom
B
la nom
C
l'nom
D
les noms

Slide 13 - Quiz

de moeder
A
le mère
B
la mère
C
les mère
D
l'mère

Slide 14 - Quiz

de stad
A
le ville
B
la ville
C
l'ville
D
les ville

Slide 15 - Quiz

de broers
A
le frères
B
la frères
C
les frères
D
l'frères

Slide 16 - Quiz

Frans
  • een 
  • un --> mannelijk (un garçon)
  • une --> vrouwelijk (une fille)

Slide 17 - Slide

een jongen
A
un garçon
B
le garçon
C
une garçon
D
des garçons

Slide 18 - Quiz

een meisje
A
un fille
B
une fille
C
des filles
D
la fille

Slide 19 - Quiz

Nieuwe stof
- Het lidwoord (tb p.21,22)
- Maken: L4 ex.11,15 (wb p.13,14);  L5 ex. 14 (wb p. 17)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide