Herhalingsles scheidingsmethoden thuisopdracht

Scheidingsmethoden Herhaling
1 / 34
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Scheidingsmethoden Herhaling

Slide 1 - Slide

Mengsels scheiden
schei-kunde: oorspronkelijk het scheiden van mengsels in zuivere stoffen.

Slide 2 - Slide

Suspensie
Residu
Filtraat

Slide 3 - Drag question

Waar staat de juiste omschrijving
A
A = filter B= filtraat C = residu
B
A = filtraat B = filter C = residu
C
A = filter B = residu C = filtraat
D
A = filtraat B = residu C = filter

Slide 4 - Quiz

Op welk verschil berust filtreren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 5 - Quiz

Hoe heet de vaste stof die achterblijft bij filtreren?
A
bezinksel
B
residu
C
filtraat
D
extract

Slide 6 - Quiz

Hoe heet de oplossing die wordt opgevangen bij filtreren?
A
bezinksel
B
residu
C
filtraat
D
extract

Slide 7 - Quiz

Op welk verschil berust indampen en destilleren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 8 - Quiz

Een suspensie kun je scheiden door
A
indampen
B
extraheren/ extractie
C
filtreren
D
destilleren

Slide 9 - Quiz

Een tweede manier om een suspensie te scheiden
A
residu
B
destillaat
C
bezinken en afschenken
D
scheiden

Slide 10 - Quiz

Is dit een scheiding?

Slide 11 - Slide

Op welk verschil berust extraheren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 12 - Quiz

Thee zetten:
Welke scheidingsmethoden zijn dit?
A
Indampen-filtreren
B
Droogkoken-extraheren
C
Extraheren-indampen
D
Extraheren-filtreren

Slide 13 - Quiz

Van welke scheidingsmethode(n) maken we gebruik bij het zetten van koffie?
A
Indampen
B
Indampen & destilleren
C
Extraheren
D
Extraheren & filtreren

Slide 14 - Quiz

Extraheren werkt door het verschil in:
A
dichtheid
B
deeltjesgrootte
C
oplosbaarheid
D
aanhechtingsvermogen

Slide 15 - Quiz

Welke stappen moet je zetten om een mengsel van zand en zout
van elkaar te scheiden?


stap 1



stap 2



stap 3
verwarmen
door filter gieten
water toevoegen

Slide 16 - Drag question

Drie scheidingsmethoden om zand en zout te scheiden:

stap 1: extraheren
stap 2: filtreren
stap 3: indampen

Slide 17 - Slide

Wat gebeurt er in stap 1?
A
het zout lost op in het water
B
het zand blijft achter in het filter
C
het water verdampt
D
zand en zout zitten niet meer in dezelfde buis

Slide 18 - Quiz

Wat gebeurt er in stap 2?
A
het zout lost op in het water
B
het water verdampt
C
het zand blijft achter in het filter
D
water en zout zitten niet meer in dezelfde buis

Slide 19 - Quiz

Wat gebeurt er in stap 3?
A
het zout lost op in het water
B
het water verdampt
C
het zand blijft achter in het filter
D
het water wordt opgenomen door het zand

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Met welke scheidingsmethode worden de grote stukken uit het water gehaald?
A
filtreren
B
bezinken en afschenken
C
adsorberen
D
indampen

Slide 22 - Quiz

Met welke scheidingsmethode wordt de kleurstof uit het water gehaald?
A
filtreren
B
bezinken en afschenken
C
adsorberen
D
indampen

Slide 23 - Quiz

Met welke scheidingsmethode worden de kleine vaste deeltjes uit het water gehaald?
A
filtreren
B
bezinken en afschenken
C
adsorberen
D
indampen

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video

Op welk verschil tussen water en alcohol in wijn berust de scheiding dmv destillatie?
A
kleur
B
geur
C
kookpunt
D
dichtheid

Slide 26 - Quiz

Welke fout maakt de mevrouw in haar praatje?
A
wijn heeft geen kookpunt
B
wijn brandt wel
C
het destillaat kan niet branden
D
het destillaat is niet drinkbaar

Slide 27 - Quiz

kleurstoffen in een viltstift
zand in water
kleurstof in vloeistof
zout in water
kleur-, geur- en smaakstoffen in theeblaadjes
alcohol in wijn
bezinken en afschenken
chromatografie
destilleren
indampen
adsorberen
extraheren

Slide 28 - Drag question

Op welk verschil in eigenschappen berust de scheiding mbv filtreren?
A
dichtheid
B
deeltjesgrootte
C
kookpunt
D
aanhechtingsvermogen

Slide 29 - Quiz

Op welk verschil in eigenschappen berust de scheiding mbv centrifugeren?
A
dichtheid
B
deeltjesgrootte
C
kookpunt
D
aanhechtingsvermogen

Slide 30 - Quiz

Op welk verschil in eigenschappen berust de scheiding mbv extraheren?
A
aanhechtingsvermogen
B
dichtheid
C
oplosbaarheid
D
deeltjesgrootte

Slide 31 - Quiz

Op welk verschil in eigenschappen berust de scheiding mbv adsorberen?
A
dichtheid
B
deeltjesgrootte
C
kookpunt
D
aanhechtingsvermogen

Slide 32 - Quiz

Op welk verschil in eigenschappen berust de scheiding mbv indampen?
A
dichtheid
B
deeltjesgrootte
C
kookpunt
D
aanhechtingsvermogen

Slide 33 - Quiz

Stel: In 100 g koffie zit 75 mg cafeïne. Na het koffiezetten zit er 40 mg cafeïne in het filtraat. Bereken het rendement.
A
Rendement = 187,5%
B
Rendement = 53,3%
C
Rendement = 18,8%
D
Rendement = 40%

Slide 34 - Quiz