Tijd en Timemanagement

Tijd en Planning
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Tijd en Planning

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Tijd
*Hoe ga je om met tijd?

*Is er balans tussen inspanning en ontspanning?
*Heb je voldoende uitdaging in de tijdsbesteding?
(zijn er nieuwe dingen die je zou willen ondernemen)
*Maak je de juiste keuzes (kom je uit met de planning) 



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

plannen (zeg plennen)
=
indelen van mijn werk om overzicht te houden.

Ik kan zo met de werkdruk omgaan

maak ik zelf


plannen
=
schoonmaakplannen
stappenplan
zorgplannen
begeleidingsplannen
activiteitenplannen

zijn gemaakt om te gebruiken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Planning en energie

Opdracht
Zet in het schema
Wanneer heb jij de meeste energie? Maak dat tijdsblok groen.
Het mogen meerdere blokken zijn!
Wanneer heb jij de minste energie? Maak dat tijdsblok rood.
Het mogen meerdere blokken zijn.

Bespreek welke taken je op een dag doet op je werk.
Doe je de moeilijke taken tijdens jouw groene blokken? 








Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Tip 1
Neem de tijd voor het maken van je planning. Bijvoorbeeld elke ochtend 10 minuten.
Tip 2
Reken een half uur extra per taak. Dan is het niet erg als een taak langer duurt.
Tip 3
Ben je klaar met een taak? Vink hem af of streep hem door. Dat geeft een goed gevoel! 


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Score Vragen
*  ik kom vaak te laat op een afspraak

*  ik lever opdrachten vaak te laat in of heb mijn werk te laat af
*  ik moet 's morgens altijd erg haasten om op tijd ergens te zijn zijn
*  ik bedenk 's ochtends nooit wat ik allemaal moet doen die dag
*  ik heb vaak het gevoel dat ik me de hele dag loop te haasten


Voor elk kruisje krijg je 2 punten 







Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Uitslag:


0-3 punten: geweldig, jij bent een goede planner
4-6 punten: Je doet je bet, maar het kan nog beter.
7-10 punten: Jij moet (veel) meer aandacht besteden aan het plannen. 


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe belangrijk is op tijd komen voor jou?

Heel belangrijk
Best belangrijk
niet zo belangrijk
helemaal niet belangrijk

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

Als ik moet wachten omdat mijn collega te laat is dan vind ik dat?
Heel vervelend
Best vervelend
Niet zo vervelend
helemaal niet vervelend

Slide 9 - Poll

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Flexibel zijn

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Flexibiliteit
= om kunnen gaan met 
veranderingen en tegenslag

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vind jij jezelf een beetje flexibel?
A
Ja!
B
Nee!
C
Soms, meestal wel
D
Soms, meestal niet

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe reageer jij wanneer er een verandering plaatsvindt?
A
Goed! Ik kan hier heel goed tegen
B
Vaak goed, ik kan hier best goed tegen
C
Soms goed, ik kan hier niet heel goed tegen
D
SLECHT!! ik kan hier helemaal niet tegen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Je collega vraagt je een dienst/klus over te nemen, maar je hebt eigenlijk geen zin...

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Vragen om over na te denken 

  • Hoe ga jij om met veranderingen?
  • Waar en hoe stel jij je flexibel op?
  • Kan je omgaan met verschillende mensen?
  • Waarom heb je je flexibel op te stellen?
  • MOET je je altijd flexibel opstellen?

Slide 16 - Slide

eind van de les worden deze vragen gesteld 
Tips
Afstand nemen van je gedachten; wat als...dan moet ik straks...
Weten waar je voor staat; grenzen stellen
Weten waarvoor je het doet; er wordt niet zomaar een beroep op je gedaan
Observeren; kijk hoe een ander dit aanpakt
experimenteren; probeer nieuwe situaties uit
Leren; leer van  nieuwe situaties





Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Reflectie
Wat neem je mee uit deze les?
Schrijf op in je schrift.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions