1.1 Een nieuwe tijd

Hoofdstuk 1 Renaissance en Opstand
Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1 Renaissance en Opstand
Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)

Slide 1 - Slide

Nieuw tijdvak en periode      
In 1500 eindigen de middeleeuwen en begint de tijd van ontdekkers en hervormers: vijfde tijdvak (1500-1600). Dit is ook het begin van de vroegmoderne tijd: vierde periode (1500-1800).

Slide 2 - Slide

1.1 Een nieuwe tijd

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen wat omstreeks 1500 veranderde in de sociale positie van schilders
  • Je kan uitleggen wat veranderde in het werk van ondernemers
  • Je kan uitleggen hoe de kalender werd verbeterd



Slide 4 - Slide

Schilders worden kunstenaars
Tot 1500: Schilderen was een ambacht -> schildersgilden

Vanaf ca. 1500: Schilder was een kunstenaar (iemand die zijn of haar creativiteit gebruikt om iets moois te maken)
Dit zelfportret is door Albrecht Dürer geschilderd omstreeks 1500. Hij was een Duitse schilder. Hij is in 1471 geboren in Neurenberg. Hij kon heel goed tekenen en ging in de leer bij een meester van de schildersgilde. Schilder werd toen nog gezien als een ambacht.

Dürer merkte op een reis naar Italië dat daar heel anders naar schilders werd gekeken. De schilders werden hier gezien als kunstenaars. Dit waren mensen die hun creativiteit gebruiken om iets moois te maken. Kunstenaars zetten hun naam onder hun werk en maakten zelfs zelfportretten. 
Albrecht Dürer

Slide 5 - Slide

Je kan uitleggen wat omstreeks 1500 veranderde in de sociale positie van schilders

Slide 6 - Slide

Ondernemers
Vanaf 1500: mensen worden ondernemer (= iemand met een bedrijf) en wilden veel geld verdienen.
  • Zij hielden zich niet aan de regels van de gilden die prijs en kwaliteit bepaalden.
  • Ze namen veel mensen in dienst
  • Ze gebruikten een mechanische klok om meer te produceren in minder tijd (TIJD = GELD)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Je kan uitleggen wat veranderde in het werk van ondernemers

Slide 9 - Slide

Aan de slag
Wat: Maak opdracht 1 t/m 3 van paragraaf 1.1 op blz. 7
Hoe: Je werkt alleen (zelfstandig)
Hulp: Informatieboek -> klasgenoot -> docent
Tijd: Tot het einde van de les
Resultaat: Je weet of je de paragraaf en leerdoelen hebt begrepen.
Klaar? Maak de introductie opdrachten op blz. 6 

Slide 10 - Slide

Hoofdstuk 1 Renaissance en Opstand
Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)

Slide 11 - Slide

1.1 Een nieuwe tijd

Slide 12 - Slide

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen wat omstreeks 1500 veranderde in de sociale positie van schilders
  • Je kan uitleggen wat veranderde in het werk van ondernemers
  • Je kan uitleggen hoe de kalender werd verbeterd



Slide 13 - Slide

Een verbeterde kalender (1)
Sinds het Romeinse Rijk werd in Europa de Juliaanse kalender gebruikt (365/366 dagen)

Onderzoekers ontdekten dat kalenders elk jaar 11 minuten achterliepen op het zonnejaar. Paus Gregorius liet een nieuwe kalender maken, het Gregoriaanse kalender.

Slide 14 - Slide

Paus Gregorius en commissie kalenderhervorming 

Slide 15 - Slide

Een verbeterde kalender (2)
Er zijn ook andere kalenders, zoals de islamitische kalender.


De islamitische kalender richt zich op de maan en heeft 12 maanmaanden (= de tijd waarin de maan om de aarde draait), 354 dagen.

Slide 16 - Slide

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen wat omstreeks 1500 veranderde in de sociale positie van schilders
  • Je kan uitleggen wat veranderde in het werk van ondernemers
  • Je kan uitleggen hoe de kalender werd verbeterd



Slide 17 - Slide

Aan de slag
Wat: Maak opdracht 1 t/m 6 van paragraaf 1.1 op blz. 7 t/m 10
Hoe: Je werkt alleen (zelfstandig)
Hulp: Informatieboek -> klasgenoot -> docent
Tijd: Tot het einde van de les
Resultaat: Je weet of je de paragraaf en leerdoelen hebt begrepen.
Klaar? Maak de introductie opdrachten op blz. 6 

timer
10:00

Slide 18 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 19 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 20 - Open question