Welkomstpresentatie + opdrachten

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 3,4

Welkomstpresentatie + opdrachten

Bij welke (keten) apotheek ben je zelf patiënt?

Benu apotheek

Service apotheek

Alphega apotheek

Mediq apotheek

Boots apotheek

Medsen apotheek

Zelfstandig

Apotheekgroepen (Breda, Roosendaal, Bergen op Zoom)

Welke soort apotheken
ken je?

www.curio.nl

Hoelang duurt de opleiding apothekersassistent

1. 1,5 jaar
2. 2 jaar
3. 3 jaar
4. 4 jaar

Kun je de opleiding apothekersassistent ook als BBL doen?

1. Ja, maar dit pas vanaf 2e leerjaar
2. Ja, dit kan direct mits je 18+ bent
3. Ja
4. Nee

Moet je scheikunde als eindexamen vak hebben afgerond om op deze opleiding te kunnen starten?

1. Ja
2. Ja, maar ook met natuurkunde
3. Ja, in combinatie met wiskunde
4. Nee

Met welk afgerond niveau van het voorgezet onderwijs mag je starten met de opleiding apothekersassistent

1. Niveau 1
2. Niveau 2
3. Niveau 3
4. Niveau 4

Wat wordt er niet meer bereid in de apotheek?

1. Capsules
2. Cremes
3. Tabletten
4. Drank

BPV

- Eerste leerjaar,  periode 3 + 4,  

2 dagen per week op stage.

- Tweede leerjaar, periode 1 t/m 4, 

 2 dagen per week, gedurende het hele jaar, bij 2 verschillende apotheken.

- Derde leerjaar, periode 1 t/m 3, 

2 dagen per week, bij 1 apotheek.

Hoeveel keer ga je gedurende je opleiding op stage

1. 3 keer
2. 4 keer
3. 5 keer
4. 6 keer

Zijn de volgende stellingen juist of onjuist?
I: Na de opleiding apothekersassistente kun je niet doorstromen naar het HBO
II: Na de opleiding apothekersassistent kun je alleen doorstromen naar HBO in de gezondheidszorg

1. Stelling I is juist en stelling II is onjuist
2. Stelling I is onjuist en stelling II is juist
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stelling zijn onjuist

Zijn de volgende stellingen juist of onjuist?
I: Met je apothekersassistent diploma moet je altijd in een apotheek gaan werken?
II: Het inlevingsvermogen van een apothekersassistent is een belangrijke eigenschap.

1. Stelling I is juist en stelling II is onjuist
2. Stelling I is onjuist en stelling II is juist
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stelling zijn onjuist