Welk celonderdeel vindt je alleen bij plantencellen?
A
Celkern
B
Celmembraan
C
Cytoplasma
D
Celwand
Slide 4 - Quiz
Zie afbeelding. Bij welk preparaat kun je bladgroenkorrels bekijken?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 5 - Quiz
Je ziet hier een huidmondjes Zijn P en Q hetzelfde weefsel?
A
Ja ze liggen tegen elkaar aan
B
Ja ze hebben dezelfde vorm
C
Nee ze hebben een andere bouw en functie
Slide 6 - Quiz
Waar in een plantencel bevinden zich de bladgroenkorrels?
A
In de vacuole
B
In de celkern
C
In het cytoplasma
D
Tegen de celwand aan
Slide 7 - Quiz
In welk deel vindt fotosynthese plaats?
A
Q
B
R
C
S
D
T
Slide 8 - Quiz
Bloedsomloop + bloedvaten
Slide 9 - Slide
Dubbele bloedsomloop
Het bloed gaat tweemaal door het hart in twee verschillende bloedsomlopen.
De kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop.
Slide 10 - Slide
3 typen bloedvaten
Slagader
Haarvat
Ader
Slide 11 - Slide
Bloedvaten benoemen
Uitzonderingen - Aorta - Holle aders - Poortader
Slide 12 - Slide
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechter-
boezem
Rechter-kamer
Linker-
boezem
Linker-kamer
Slide 13 - Drag question
Wat is de stroomrichting van de kleine bloedsomloop?
1.
2
3.
4.
5.
Rechterkamer
Longslagader
Longen
Longader
Linkerboezem
Slide 14 - Drag question
Ader
Slagader
Haarvat
Slide 15 - Drag question
Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam
Slide 16 - Drag question
Hoe heet bloedvat P?
A
Linkerlongader
B
Linkerlongslagader
C
Rechterlongader
D
Rechterlongslagader
Slide 17 - Quiz
Hartfalen wordt behandeld met medicijnen. De hoeveelheid medicijnen hangt af van de bloeddruk van de patiënt. Om voortdurend de bloeddruk te meten kan een apparaatje aangebracht worden in het bloedvat dat bloed vanuit het hart naar de longen vervoert.
Hoe heet het bloedvat dat bloed vanuit het hart naar de longen vervoert? En behoort dit bloedvat tot de kleine of tot de grote bloedsomloop?
A
Longader, grote
B
Longader, kleine
C
Longslagader, grote
D
Longslagader, kleine
Slide 18 - Quiz
Hoe heet bloedvat Q?
A
Leverader
B
Leverslagader
C
Poortader
Slide 19 - Quiz
Bloemen
Slide 20 - Slide
onderdelen bloem
Slide 21 - Slide
Bestuiving
Bestuiving
Wanneer stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper terechtkomt,
heet dit bestuiving.
Bestuiving door insecten->insectenbloem Bestuiving door de wind-> windbloem
Slide 22 - Slide
Bestuiving
Slide 23 - Slide
Bevruchting
Na bevruchting:
Eicel --> kiem
Zaadbeginsel --> zaad
Vruchtbeginsel --> vrucht
Slide 24 - Slide
Verspreiding van zaden
door plant zelf door wind door dieren
Slide 25 - Slide
Rozen gaan slap hangen als er verstoppingen in de vaten van de stengel voorkomen. Twee typen vaten zijn bastvaten en houtvaten.
Gaat een roos eerder slap hangen bij verstopping in de bastvaten of bij verstopping in de houtvaten?
A
Houtvaten
B
Bastvaten
Slide 26 - Quiz
Waar ontstaan stuifmeelkorrels?
A
2
B
3
C
4
D
6
Slide 27 - Quiz
Je ziet hier een mannelijk en een vrouwelijk deel van de bloem. Welk deel geeft een stamper aan?
A
1
B
2
C
3
Slide 28 - Quiz
Uit welk onderdeel zou een vrucht kunnen ontstaan?
A
2
B
3
C
4
D
6
Slide 29 - Quiz
Op de afbeelding zie je een stamper. Hoe heet deel P?
A
Helmknop
B
Stijl
C
Stempel
D
Vruchtbeginsel
Slide 30 - Quiz
Nieren
Slide 31 - Slide
nier
nierschors
niermerg
nierbekken
Nierschors
Nierschors: Zorgt voor het afscheiden van water en afvalstoffen. Dit noem je urine.
Niermerg
Niermerg: Zorgt voor het afscheiden van water en afvalstoffen, dit noem je urine.
Nierbekken
verzamelt de urine.
Nierslagader en nierader
Nierslagader: Brengt het bloed naar de nieren.
Nierader: brengt het bloed van de nieren richting het hart.
Slide 32 - Slide
Welke letter geeft het nierbekken aan?
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 33 - Quiz
Met welke letter wordt niermerg aangegeven? Met welke letter wordt de nierslagader aangegeven?
A
1 = P / 2 = R
B
1 = S / 2 = R
C
1 = Q / 2 = R
D
1 = Q / 2 = T
Slide 34 - Quiz
Zelf oefenen!
Ga naar: 1. biologiepagina.nl
2. examen vmbo oefenen
3. scroll naar beneden en klik een thema aan dat jij gaat oefenen
Thema's om te oefenen: Organen en cellen - planten - bloedsomloop - opslag, uitscheiding, bescherming