Massacultuur les 1

• Kunst algemeen
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4,5

Abstract Expressionisme

Amerikaanse stijl vanaf 1946

2 richtingen:

Action Painting

Colourfield Painting

kenmerken

expressiviteit, uiting van gevoel

groots en meeslepend

grote formaten

Improvisatie

De nadruk ligt op het proces/de handeling van het schilderen, minder op het resultaat.

Het schilderij Oranje, rood, geel van Mark Rothko is bij Christies in New York een mooi bedrag geveild. Welk bedrag denk je?

action painting

Jackson Pollock (1912-1956) 

Schakelt het denken uit tijdens het schilderen; expressie van emoties uit het onderbewuste = automatisme (Europese ideeën over onderbewuste spelen een rol, surrealisme)

massamedia

Films uit Hollywood zijn een van de meest succesvolle exportproducten van de VS.

De opkomst van de tv maakt een einde aan Hollywoods golden age.

De televisie ontwikkelt een eigen taal, die kenmerkend is voor massacultuur: pakkende informatie + veel afwisseling in korte blokken. Voortdurend wordt de kijker verleid om vooral verder te kijken.

massamedia

Radio en tv bereiken grote massa’s mensen tegelijk.

Tv heeft een nog grotere invloed op dagelijks leven:

Veel sterren danken hun beroemdheid aan verschijnen op tv.

Pop art

Engeland en VS, jaren ’50 en ’60

kenmerken:

invloed massamedia: strips, reclame, televisie, kranten

in beeld brengen consumptiemaatschappij

Reproduceerbaar

Pop!

De (Amerikaanse) populaire cultuur staat aanvankelijk lijnrecht tegenover de artistieke voorhoede.

Waar de massacultuur het publiek herkenbare verhalen en beelden voorschotelt, experimenteert de avant-garde volop met abstractie.

Popart overbrugt die kloof door de massamedia als onderwerp in de kunst te introduceren.

Het ware onderwerp is niet de filmster of het colablikje, maar de manier wat massamedia doet met mensen en uiteindelijk invloed heeft op onze manier van doen en denken.

Popart gebruikt voorstellingen uit de tweede hand (afbeeldingen uit kranten, tijdschriften en uit de reclame).

Speels gebruik van de identiteit en de symbolen van de Westerse consumptiecultuur;

Gebruik van commerciële materialen en voorwerpen; producten uit het leven van alledag: plastic voorwerpen, kitsch, advertenties, affiches, pin-ups, film- en popsterren.

Gebruik van strips en de beeldtaal van strips en reclame.

Glamourachtige kleuren ontleend aan reclame-afbeeldingen op straat.

Citeren van afbeeldingen (= letterlijk overnemen)

Kenmerken
Pop art

Leg uit dat bij dit werk het begrip originaliteit op zijn kop wordt gezet

Opdracht

Lezen blz 222 t/m 225

maak in duo's een korte powerpoint presentatie waarin je uitleg geeft over het Postmodernisme. Je gebruikt hiervoor het boek en mag bronnen zoek op het internet.

Bedenk ook een toetsvraag

 Einde van de les inleveren