1VWO_Chapitre 2

Programme - cours 1
Stof toetsweek
Toets bespreken
Vocabulaire de classe / les instructions
Introduction Chapitre 2

Buts: je weet wat je moet leren voor de toetsweek en hoe je kunt leren van je fouten. Je hebt de Franse instructies herhaald. Je weet iets over eetgewoontes in Frankrijk.
1 / 39
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programme - cours 1
Stof toetsweek
Toets bespreken
Vocabulaire de classe / les instructions
Introduction Chapitre 2

Buts: je weet wat je moet leren voor de toetsweek en hoe je kunt leren van je fouten. Je hebt de Franse instructies herhaald. Je weet iets over eetgewoontes in Frankrijk.

Slide 1 - Slide

TOETSWEEK
Chapitre 2
Voca A + B (p. 92)
Zinnen C (p. 94)

Herhalen: Avoir (p. 55)
Herhalen: Franse instructies On y va (p. 16 + 17)

Slide 2 - Slide

Toets bespreken
  1. Wat dacht je dat je voor cijfer had en wat is je cijfer?
  2. Is het daadwerkelijke cijfer lager? Hoe komt dit?
  3. Wat voor fouten heb je gemaakt?
  • leerfouten
  • snapfouten
  • leesfouten

Slide 3 - Slide

Chapitre 2
J'adore ça!


  • Ik kan iets bestellen en iets kopen.
  • Ik ken woorden die te maken hebben met eten en drinken.
  • Ik ken de getallen tot en met 100.

Slide 5 - Slide

Grandes Lignes en ligne

Magister > Leermiddelen
Chapitre 2 > Introduction
Fais: ex. 1abc, 2c et 3
Apprends: vocabulaire A Fa-Ne

Slide 6 - Slide

Programme - cours 2
Vocabulaire
Écouter
Jouer une dialogue
Buts: je kunt een gesprek op een terras begrijpen en zelf voeren. Je kent woorden die te maken hebben met iets bestellen en eten en drinken.

Slide 7 - Slide

Ecouter
Exercice 5abc
p. 62-64

Slide 8 - Slide

Au travail!
Fais: ex. 5c, 6ab, 7ab, 8ab
Apprends: vocabulaire A p. 92

Travail individuel
Silence
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Au restaurant
Exercice 7b+c
Travail avec ton voisin
Joue le dialogue
Attention au prononciation

Slide 10 - Slide

Programme - cours 3
Parler et Vocabulaire
Avoir
Lire
Buts: je kent woorden die te maken hebben met eten en drinken. Je kunt het werkwoord avoir vervoegen. Je kunt een verhaal over eten bestellen, lezen en begrijpen.

Slide 11 - Slide

Tu préfères quoi?

Slide 12 - Slide

Tu préfères quoi?

Slide 13 - Slide

Tu préfères quoi?

Slide 14 - Slide

Tu préfères quoi?

Slide 15 - Slide

  Féminin ou Masculin?
La
une
Le
Un

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Traduis!
ik heb
wij hebben
jullie hebben
zij heeft
jij hebt

Slide 18 - Slide

Grandes Lignes en ligne
Leermiddelen > Magister
Chapitre 2 > B. Lire (t/m 12a)
11b + 12a dans le livre

Fini? Apprends: vocabulaire A + B

Slide 19 - Slide

Au restaurant
Serveur
Client
Bonjour!
Bonjour, la carte s’il vous plait.
Voilà, la carte.
Merci, je voudrais .... s’il vous plait.
Très bien. C'est noté.
Où sont les toilettes?
Les toilettes sont là-bas, à côté du bar.
Merci. Je voudrais aussi l'addition s'il vous plait.
Bien sûr, j'arrive.
Merci.

Slide 20 - Slide

Programme - cours 4
Parler
Socrative-quiz Vocabulaire
Phrases-clés C
Tips voor het leren van woordjes
Buts: je kent woorden die te maken hebben met eten en drinken. Je kunt een gesprekje voeren in een restaurant.

Slide 21 - Slide

Tu préfères quoi?

Slide 22 - Slide

Tu préfères quoi?

Slide 23 - Slide

Tu préfères quoi?

Slide 24 - Slide

Tu préfères quoi?

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Woordraadstrategieën

Slide 27 - Slide

Socrative Quiz

Slide 28 - Slide

C. Phrases-clés - G1b
13a = écouter --> en classe

13bc + 14
Travaille avec ton voisin
Parle français

Slide 29 - Slide

C. Phrases-clés - G1a
13a = écouter --> en classe

13bc + 14
Travaille avec ton voisin
Parle français

Slide 30 - Slide

Woordjes leren

Slide 31 - Slide

Programme - cours 5
Avoir
Vocabulaire de classe
Buts: Ik kan zinnen maken met het werkwoord 'avoir'. Ik kan woorden die nuttig zijn tijdens de les de 'vocabulaire de classe'.

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Fais des phrases
Maak met iedere vorm van het werkwoord 'avoir' een hele zin.
Je hebt dus 9 zinnen.
exemple: j'ai un frère.
Gebruik de woordjes van hoofdstuk 1 + 2.

Travail individuel
Silence
timer
9:00

Slide 34 - Slide

Vocabulaire de classe


Travaille avec ton voisin

Fais un poster sur
'le vocabulaire de la classe'
en français
p. 16-17


Slide 35 - Slide

Programme - cours 5
Parler
Socrative
Toetsweek
Buts: Ik kan een gesprekje voeren op het terras. Ik ken woordjes die te maken hebben met eten en drinken. Ik weet wat ik moet leren voor de toetsweek en hoe ik dit moet doen.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Socrative Quiz

Slide 38 - Slide

TOETSWEEK
Chapitre 2
Voca A + B (p. 92)
Zinnen C (p. 94)

Herhalen: Avoir (p. 55)
Herhalen: Franse instructies On y va (p. 16 + 17)

Slide 39 - Slide