Begrippentoets 2D 3D

Begrippentoets 2D 3D
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Media, Vormgeving en ICTMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Begrippentoets 2D 3D

Slide 1 - Slide

De dummy
A
Kneedgum
B
Gummetje
C
Voorbeeld van een boek
D
Snijmesje

Slide 2 - Quiz

De witruimte tussen de regels tekst
A
De outline
B
De outlinie
C
De inline
D
De Interlinie

Slide 3 - Quiz

De lay out
A
Een belangrijk letterype bij het opmaken van meerdere pagina’s die er qua opmaak hetzelfde uit zien
B
Een belangrijk hulpmiddel bij het opmaken van meerdere pagina’s die er qua opmaak hetzelfde uit zien
C
Een belangrijk sleutel bij het opmaken van meerdere pagina’s die er qua opmaak hetzelfde uit zien
D
Een belangrijk laag bij het opmaken van meerdere pagina’s die er qua opmaak hetzelfde uit zien

Slide 4 - Quiz

Het “indrukken” van een lijn in dikkere papiersoorten op de plaats waar het papier
gemakkelijk te vouwen moet zijn. Hier kun je bijv. een vouwbeen voor gebruiken
A
Rillen
B
Vouwen
C
Drukken
D
Snijden

Slide 5 - Quiz

Een lettertype met dwarsstreepjes aan de uiteinden van een letter
A
Schuin
B
Sier
C
Schreef
D
Schreefloos

Slide 6 - Quiz

Van bruto- naar netto formaat snijden
A
Snijlijnen
B
Schoonsnijden
C
Marge
D
Lijnen

Slide 7 - Quiz

In het basisstramien kunnen kaders voor tekst en afbeelding geplaatst die vervolgens
op iedere pagina op dezelfde plaats te zien zijn
A
Vormgeving
B
Codes
C
Stramien
D
Pagina's

Slide 8 - Quiz

Interactief document


A
Een website met video's, animaties
B
Navigatie systeem binnen een website
C
Website met koppelingen
D
Document met tekst en beeld ook koppelingen naar animaties, video’s

Slide 9 - Quiz

Navigatie
A
Een bestand met video's en animaties
B
Een soort interactieve inhoudsopgave. Hierdoor kun je makkelijk keuzes maken en kom je direct bij de informatie die je nodig hebt.
C
Een website met kopjes
D
Een systeem dat je brengt van A naar B

Slide 10 - Quiz

Header
A
Een docent met informatie, titel en zoekmachine
B
Informatie over het document gezet. Bijvoorbeeld informatie voor een zoekmachine en de titel.
C
Begin pagina van een website met informatie, titel en zoekmachine
D
Een engels woord voor hoofd

Slide 11 - Quiz

Letter heeft schreven aan het uiteinde van de letter.
A
Schreefletter
B
Schreefloos letter
C
Schuine letter
D
Sierlijke letter

Slide 12 - Quiz

Letter heeft recht uiteinde aan de letter.
A
Schreef letter
B
Sierlijke letter
C
Schreefloze letter
D
Fantasie letter

Slide 13 - Quiz

RGB
A
Red, Green, Blue. Deze kleurmodus gebruik je voor drukwerk. Hierbij geef je aan welke kleur het licht heeft.
B
Red, Green, Brown. Deze kleurmodus gebruik je voor digitaal ontwerp. Hierbij geef je aan welke kleur het licht heeft.
C
Red, Green, Brown. Deze kleurmodus gebruik je voor drukwerk. Hierbij geef je aan welke kleur het licht heeft.
D
Red, Green, Blue. Deze kleurmodus gebruik je voor digitaal ontwerp. Hierbij geef je aan welke kleur het licht heeft.

Slide 14 - Quiz

Wanneer adviseer je RGB of CYMK?

Slide 15 - Open question

Wanneer gebruik je interactief?

Slide 16 - Open question

Wanneer gebruik je rillen?

Slide 17 - Open question