Aanvullen tot 1000

Rekenen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Rekenen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Opwarmertje

Kijk naar het getal.
Hoeveel erbij tot het volgende honderdtal? Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd het omhoog.

              392




Slide 3 - Slide

Opwarmertje

Kijk naar het getal.
Hoeveel erbij tot het volgende honderdtal? Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd het omhoog.

              895




Slide 4 - Slide

Opwarmertje

Kijk naar het getal.
Hoeveel erbij tot het volgende honderdtal? Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd het omhoog.

              698




Slide 5 - Slide

Opwarmertje

Kijk naar het getal.
Hoeveel erbij tot het volgende honderdtal? Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd het omhoog.

              594




Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

We bekijken het filmpje van Arie.

Slide 8 - Slide

Soms is het handig om een aftreksom uit te rekenen door op te tellen.

Wanneer? 
Als de getallen uit de som dicht bij elkaar liggen.

Slide 9 - Slide

500 - 492 = 

We rekenen het uit door op te tellen:

492 + ... = 500

Slide 10 - Slide

500 - 492 = 

492 + 8= 500

Slide 11 - Slide

Er zijn 305 bananen. 
De wolf gaat alle bananen opeten.
Hij heeft er al 298 opgegeten. Hoeveel bananen moet hij nog eten?
 
305 - 298 = 

298 + ... = 305


        

Slide 12 - Slide


Er zijn 107 bananen. 
De wolf gaat alle bananen opeten.
Hij heeft er al 98 opgegeten. Hoeveel bananen moet hij nog eten?
 

Welke sommen horen hierbij?      
Teken de getallenlijn op je wisbordje. 

Slide 13 - Slide


Er zijn 107 bananen. 
De wolf gaat alle bananen opeten.
Hij heeft er al 98 opgegeten. Hoeveel bananen moet hij nog eten?
 
107 - 98 = 

98 + ... = 107

Teken de getallenlijn op je wisbordje.

Slide 14 - Slide

Reken uit met aanvullen op de getallenlijn op je wisbordje.

405 - 395 = 


Slide 15 - Slide

Bij welke som is aanvullen handig?
A
507 - 498 =
B
423 - 265 =
C
456 - 312 =
D
803 - 197 =

Slide 16 - Quiz

Bij welke som is aanvullen handig?
A
907 - 498 =
B
425 - 265 =
C
456 - 312 =
D
203 - 197 =

Slide 17 - Quiz

Maak je basistaak.

Ben je klaar met de basistaak?
Werk dan verder aan je eigen taken.

Slide 18 - Slide

                                  Denkvraag

             
Bedenk een rekenverhaal met afstanden waarbij niet aanvullen, maar juist aftrekken handig is. 

Slide 19 - Slide