1.2 De renaissance

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

1.2 Renaissance

Deze les:

•  introductie H1
  
• start 1.2: De Renaissance
• uitleg leerdoel 1 en 2
• aan de slag met opdrachten 

Aan het einde van deze les:

... heb je geleerd welke jaartallen er bij de tijd van Ontdekkers en Hervormers horen.

... weet je waar het hoofdstuk over gaat en wat je gaat leren.

... heb je geleerd hoe mensen anders gingen kijken naar de mens en de wereld om hen heen.

... heb je geleerd hoe mensen weer belangstelling kregen voor de oudheid.

... heb je geleerd wat we bedoelen met renaissance

Tijdvak 5:

Tijdvak: Ontdekkers en Hervormers

1500 - 1600

Periode: Vroegmoderne tijd

1500 - 1800

Tijd van ontdekkers en hervormers

Hoofdstuk 1: Renaissance en Opstand

1.2: De renaissance

1.3: De kerk valt uiteen

1.4: De Nederlandse Opstand

1.5: De wereld van het Wilhelmus

1.2: De renaissance

In deze paragraaf leer je:

1. Hoe mensen anders gingen kijken naar de mens en de wereld.
2. Hoe mensen weer belangstelling kregen voor de oudheid
3. Wat veranderde in de kunst
4. Hoe de renaissance vanuit Italië werd verspreid.

De mens en de Wereld:

Voor 1500:

• Memento mori : bedenk dat je zult sterven
• Leven op aarde is kort en ellendig, je moet je richten op God en het hiernamaals.

De mens en de wereld:

Rond 1500

• Rijke edelen in Italië krijgen een ander mens- en wereldbeeld.
• geloof in God, maar de mens is ook belangrijk.
• mens is het hoogtepunt van Gods schepping
• niet machteloos, kan de wereld begrijpen en beheersen 

De mens en de wereld

Rond 1500:

• Het leven is de moeite waard, je kunt er maar beter van genieten.
• Van Memento mori  naar  Carpe Diem (pluk de dag)

Belangstelling voor de oudheid:

• Grieken en Romeinen hadden dezelfde mentaliteit
• belangstelling voor de klassieke oudheid
• Renaissance = Frans voor wedergeboorte 
• periode tussen de oudheid en hun eigen tijd noemen ze de Middeleeuwen
• Middeleeuwen: Onbelangrijke tussentijd waar niets bijzonders is gepresteerd.

Renaissance denken:

• Niet God of goden staan centraal maar de mens
• bestuderen van de klassieke filosofie, literatuur en kunst met veel aandacht voor de mens.
• Humanisten 

Humanisten:

• christenen
• maar.... niet alles aannemen wat de kerk zegt
• zelf nadenken. 

Aan de slag:

• Lees de eerst twee kopjes theorie van paragraaf 1.2 
• Maak van paragraaf 1.2 t/m opdracht 4
• Zoek informatie over Erasmus en maak een mindmap