Leerstrategieën voor woordenschat Duits

Aanleren van leerstrategieën

Na deze les:

... weet ik wat goede manieren zijn om woordjes te leren.

... ken ik minimaal 5 verschillende manieren om (moeilijke) woordjes te leren.

... ga ik op een nieuwe manier 10 woordjes leren.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Aanleren van leerstrategieën

Na deze les:

... weet ik wat goede manieren zijn om woordjes te leren.

... ken ik minimaal 5 verschillende manieren om (moeilijke) woordjes te leren.

... ga ik op een nieuwe manier 10 woordjes leren.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Hoe leer jij de vocabulaire voor Duits ? | 3'
  • Algemene tips | 10'
  • Andere manieren | 10'
Optie 1 | Beelden maken
Optie 2 | Tegenstellingen zoeken
Optie 3 | Categorieën vormen
Optie 4 | Zinnen maken
Optie 5 | Ezelsbruggetjes gebruiken
  • Wat is JOUW keuze | 2'

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe leer jij de vocabulaire voor Duits

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Algemene tips
Je krijgt een aantal stellingen te zien over het leren van de vocabulaire voor Duits. 
Je antwoordt elke keer met ja/nee. 
Aan de hand van de antwoorden wordt gekeken wat een goede leerstrategie is, en wat juist niet werkt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Om Duits te kunnen moet je een talenknobbel hebben
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

  • Nee.
    Sommigen hebben wel meer gevoel voor een taal/het Frans, maar Frans is net als Geschiedenis een leervak. Dat betekent dat je er tijd en inspanning in moet stoppen.
  • Met tijd  & inspanning kan vrijwel iedereen een voldoende halen voor Frans.
Het maken van opdrachten en huiswerk helpt om de woorden beter te onthouden.
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

  • Ja, uiteraard.
  • In leesteksten en luisteropdrachten komen vaak woorden voor die je hebt moeten leren. Hoe vaker je een woord "tegenkomt" hoe beter je die onthoudt.
  • Hetzelfde geldt voor het maken van opdrachten, doordat je vaak moet zoeken welk woord je moet gebruiken, gaan jouw hersenen de woorden beter onthouden.
  • Let op: het is wel belangrijk dat je de opdrachten met veel aandacht maakt én ook kritisch nakijkt. Anders heb je de kans dat je woorden verkeerd aanleert.
Als ik een woord niet ken in een opdracht, sla ik die over en ga ik door.
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

  • Ja/Nee.
  • Je hoeft niet elk woord te kennen uit opdrachten.
  • Het hangt er vanaf of je het woord nodig hebt om de opdracht te kunnen maken. Is het antwoord daarop "ja" ? Dan zoek je hem uiteraard op.
  • Tip! Houd zelf een lijstje bij met woorden die je hebt opgezocht (NL+FR), zo krijg jij een grote woordenschat.
Vocabulaire leren kun je het beste 1 dag voor de toets doen.
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

  • Nee.
  • "Gespreid leren" is dé manier om woorden op de lange termijn te onthouden.
  • Veel leren in één keer, omdat je het niet goed hebt bijgehouden, lukt niet. Ik hoor soms leerlingen zeggen dat ze 3 of 4 uur geleerd hebben en ‘dan nog haal ik een onvoldoende’.
  • Zolang achter elkaar onbekende stof leren is niet te doen. Je neemt op een gegeven moment niet meer goed op. 
  • Leer de vocabulaire als het huiswerk is, dan hoef je het voor de toets alleen nog te herhalen. Dan onthouden jouw hersenen het beter.
Je kunt prima 30 woordjes in één keer leren.
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

  • Nee.
  • Het beste is om per keer maximaal 7 à 10 woordjes te leren. Veel meer zullen je hersenen niet onthouden.
  • Je kunt beter 10 woordjes goed leren, dan 30 woordjes slechts.
  • De kracht zit in: zo veel mogelijk herhalen.
Je kunt prima muziek luisteren tijdens het leren van woordjes.
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

  • Nee,
  • In ieder geval geen muziek waarbij ook gezongen wordt. Dan moeten jouw hersenen te veel multitasken en ben je niet met je volle aandacht bij het leerwerk.
  • Van klassieke muziek, zonder zang, wordt wel gezegd dat het van positieve invloed kan zijn.
De woorden alleen leren door het Nederlands met een hand af te dekken is voldoende.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

  • Nee,
  • De meeste woorden moet je 2 kanten op leren (NL>FR en FR>NL).
  • Daarnaast is alleen het lezen niet voldoende. Vaak onthoud je de woorden dan nog onvoldoende.
  • Schrijf de woorden ook op, spelling telt op veel toetsen mee.
  • Leer de woorden ook in een andere volgorde.
Je kunt het beste woordjes op verschillende manieren leren.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Ja,
Met hoe meer zintuigen je leert, hoe beter je de woorden onthoudt.

Voorbeeld:
Woorden leer je eerst hardop, daarna schrijf je de Franse woorden uit je hoofd op. Woorden die je fout geschreven hebt, schrijf je een paar keer op. Leer de woorden ook door elkaar.
Als je altijd op dezelfde manier leert, en je haalt altijd onvoldoendes, ga je op die manier door.
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Nee, uiteraard niet.
Dit klinkt heel logisch, toch gaan veel leerlingen door op de manier waarop ze altijd leren, zelfs al halen ze elke keer een onvoldoende.
Het betekent vooral dat je op zoek moet naar een manier die beter bij jou past.
Andere manieren
Je hebt door de stellingen al een beeld gekregen hoe je het beste kunt leren. Toch zullen er altijd woorden zijn die je lastig in je hoofd krijgt. In de volgende dia's zie je 5 opties om moeilijke woordjes toch beter te onthouden. 

Voor volgende les ga je 1 van deze 5 manieren uitproberen, dus let goed op.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Optie 1 |  Beelden maken
  • Zoek plaatjes / maak tekeningen bij woorden uit de woordenlijst   die je moeilijk kunt onthouden.

  • Zie de voorbeelden hiernaast. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Optie 2 | Tegenstellingen zoeken
  • Zoek in de woordenlijst zo veel mogelijk tegenovergestelde woorden op. 

  • Zie de voorbeelden hiernaast.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Optie 3 | Vormen van categorieën
  • Maak zelf categorieën waar de woorden in passen. 

  • Categorieën kunnen zoals hiernaast gaan over de betekenissen van woorden.

  • OF, je kunt denken aan categorieën als: zelfstandige naamwoorden (mnl/vrl), werkwoorden, bijvoeglijknaamwoord etc.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Optie 4 | Vormen van zinnen
  • Maak zelf korte zinnen met de te leren woorden.

  • Zie het voorbeeld hiernaast. 

  • Tip: maak eerst de Duitse zinnen, schrijf een dag later de Nederlandse vertaling erbij.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Optie 5 | Gebruik van ezelsbruggetjes
  • Bedenk zelf ezelsbruggetjes bij de woorden. 

  • Zie het voorbeeld hiernaast. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Welke 'nieuwe' manier van woordjes leren ga jij voor volgende les uitproberen?
Optie 1 | Beelden
Optie 2 | Tegenstellingen
Optie 3 | Categorieën
Option 4 | Zinnen
Option 5 | Ezelsbruggetjes

Slide 20 - Poll

This item has no instructions

Jouw keuze
  • Kies 1 van de 5 'nieuwe' manieren om moeilijke woordjes te leren.

  • Verwerk minimaal 10 woordjes uit het huidige hoofdstuk.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

(Haus-)Aufgabe
  • Kies 1 van de 5 'nieuwe' manieren om moeilijke woordjes te leren.

  • Schrijf minimaal 10 woordjes uit het huidige hoofdstuk in je schrift die je vervolgens voor morgen gaat leren

Slide 22 - Slide

This item has no instructions