EHBO - les 5

EHBO - les 5
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

EHBO - les 5

Slide 1 - Slide

Wat weet je (nog) van shock?

Slide 2 - Mind map

Inhoud
Hypovolemische shock
Distributieve shock
Cardiogene shock
Obstructieve shock

Slide 3 - Slide

Hypovolemische shock komt door?
A
in of uitwendige bloeding
B
Een hartinfarct
C
Een zware infectie
D
Een klaplong

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurt er bij een hypovolemische shock?

Bloed in lichaam

Zuurstof in lichaam 

Slide 5 - Slide

Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af -> 
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
 DOOD

Slide 6 - Slide

Distributieve shock komt door?
A
Grote bloeding
B
Long embolie
C
Allergische reactie
D
Bacteriële infectie

Slide 7 - Quiz

Wat gebeurt er bij een distributieve shock?

Bloedvatten zetten uit
Bloeddruk
 Zuurstof in lichaam 

Slide 8 - Slide

Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af -> 
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
 DOOD

Slide 9 - Slide

Cardiogene shock komt door?
A
Long embolie
B
Grote bloeding
C
Allergische reactie
D
Hartinfarct

Slide 10 - Quiz

Cardiogene shock
- Hartinfarct (vooral linkerkant)
- Ernstig hartritme stoornis

Slide 11 - Slide

Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af -> 
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
 DOOD

Slide 12 - Slide

Obstructieve shock komt door?
A
Spanningspneumo-thorax
B
Tamponade
C
Long embolie
D
Tapenade

Slide 13 - Quiz

Obstructieve shock
- Longembolie
- Spanningspneumathorax
- Tamponade

Slide 14 - Slide

Obstructieve shock

Slide 15 - Slide

Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af -> 
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
 DOOD

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

In geval van een shock is de huid
A
Rood
B
Klam
C
Beiden
D
Geen van beiden

Slide 19 - Quiz

In geval van shock is de huid
A
Bleek
B
Warm
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 20 - Quiz

Gegeven: Het lichaam beschikt over verschillende compensatiemechanismen om de shock tegen te werken. Zo maakt het lichaam in geval van shock adrenaline en nor-adrenaline aan.

Stelling: Deze stoffen zorgen ervoor dat de bloedvaten in de huid, de spieren en het maag-darmkanaal vernauwen
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 21 - Quiz

Als iemand in shock is, is de bloeddruk vaak te laag.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Theorie: het slagvolume is het volume aan bloed dat per hartslag in de circulatie wordt rondgepompt.

Stelling: Het slagvolume is afhankelijk van........
A
De preload
B
De afterload
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 23 - Quiz

Gegeven: Door een verminderde bloeddoorstroming van de weefsels en organen is er een hogere concentratie kooldioxide in het bloed.

Stelling: Zorgvragers in shock zullen hierdoor ......... ademhalen.
A
Langzamer
B
Sneller

Slide 24 - Quiz

Gegeven: Bij shock wordt onvoldoende bloed in het lichaam rondgepompt. In de beginfase zal het lichaam dit proberen tegen te werken.

Stelling: Dit doet het lichaam door...........
A
Vaatverwijding in de huis en de organen
B
Het hart langzamer te laten kloppen
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 25 - Quiz

Gegeven: Shock kan worden onderverdeeld in verschillende vormen. Bij distributieve shock is er geen werkelijk tekort aan bloed, maar een relatief tekort.
Welke van de onderstaande vormen van shock behoort tot de distributieve shock?
A
Septische shock
B
Neurogene shock
C
Anafylactische shock
D
Alle bovenstaande

Slide 26 - Quiz