Klas 4 H2 par 2.7 Natuurlijke klimaatveranderingen: onderzoek

2.7 Natuurlijke klimaatverandering: onderzoek

Lees de paragraaf zorgvuldig door (tip: maak gelijk een samenvatting!)

Vervolgens kijk je een filmpje over dit onderwerp.

Daarna wordt je kennis getest met een aantal meerkeuzevragen.

Tot slot maak je nog een opdracht uit het werkboek.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2.7 Natuurlijke klimaatverandering: onderzoek

Lees de paragraaf zorgvuldig door (tip: maak gelijk een samenvatting!)

Vervolgens kijk je een filmpje over dit onderwerp.

Daarna wordt je kennis getest met een aantal meerkeuzevragen.

Tot slot maak je nog een opdracht uit het werkboek.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

1. Het actualiteitsprincipe
A
is een bewijs voor natuurlijke klimaatverandering
B
is een aanname bij onderzoek naar natuurlijke klimaatverandering
C
is een oorzaak voor natuurlijke klimaatverandering
D
is een gevolg van natuurlijke klimaatverandering

Slide 3 - Quiz

2. De vondsten van sediment van gletsjers en van kalksteen in de highlands van Schotland toonde aan dat
A
de temperatuur steeds hoger is geworden
B
het klimaat vooral afhangt van de breedteligging
C
het klimaat weinig veranderd is op geologische tijdschaal
D
de temperatuur hevig heeft geschommeld

Slide 4 - Quiz

3. Paleoklimaten zijn
A
klimaten uit het paleosteen
B
klimaten uit het pleistoceen
C
klimaten uit het verleden
D
klimaten die nog onvoldoende zijn onderzocht

Slide 5 - Quiz

4. Om de klimaten van de laatste tienduizenden jaren te onderzoeken gebruiken we
A
stuifmeelkorrels, koralen en jaarringen van bomen
B
stuifmeelkorrels, diepzeesedimenten en jaarringen van bomen
C
koralen, landijs en jaarringen van bomen
D
stuifmeelkorrels, kalksteen en koralen

Slide 6 - Quiz

5. Wat is de sneeuwbalaardehypothese?
A
De theorie dat ook Neanderthalers sneeuwballengevechten hielden
B
De theorie dat gedurende een periode de hele aarde vergletsjerd is geweest
C
De theorie dat het landijs tot subtropische zones kwam
D
De theorie dat de hele aarde besneeuwd was, behalve de oceanen.

Slide 7 - Quiz

6. Wat gebeurde er 56 miljoen jaar geleden op klimaatgebied?
A
Sneeuwbalaarde smolt langzaam.
B
Een meteorietinslag waardoor het warmer werd.
C
Een meteorietinslag, waardoor het kouder werd.
D
Een korte zeer warme periode.

Slide 8 - Quiz

7. Brede jaarringen duiden op:
A
een koele zomer
B
een warme lente
C
een milde winter
D
een warme zomer

Slide 9 - Quiz

8. Welke informatie geven de luchtbelletjes in het landijs over de atmosfeer in het verleden?
A
Ze hebben dezelfde temperatuur als het klimaat in het verleden.
B
Ze laten de hoeveelheid broeikasgassen zien.
C
Ze hebben aurakleuren die overeenkomen met temperatuurklassen.
D
Ze bevatten koolstofatomen die temperatuur verraden.

Slide 10 - Quiz

9. In welke twee tijdvakken leefde de mens?
A
In het Tertiair en het Kwartair
B
In het Krijt en het Kwartair
C
In het Pleistoceen en het Holoceen
D
In het Kwartair en het Holoceen

Slide 11 - Quiz

10. Indirect bewijs om het klimaat in het verre verleden de reconstrueren noemen we
A
Presto-indicatoren
B
Proxy-indicatoren
C
Primula-indicatoren
D
Pergola-indicatoren

Slide 12 - Quiz

En dan nu...
Maken werkboek bladzijde 40 opdracht 2.7 (doe dit ook echt, het is maar één opgave, bestaande uit vier deelvraagjes....)

Slide 13 - Slide