25 september 1.4 Opbouw en Indeling

25 september 1.4 Opbouw en Indeling
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

25 september 1.4 Opbouw en Indeling

Slide 1 - Slide

Nieuwe theorie

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Effect van signaalwoorden in een tekst
Jan gaat binnenkort werken. Hij is klaar met zijn studie. Hij vond het studentenleven mooi. Er breekt een tijd aan van minder lol en meer structuur. De ex-student zal zijn studievrienden minder zien. We zullen hem niet zo vaak in de kroeg aantreffen. Er gaat veel veranderen in zijn leven.

Jan gaat binnenkort werken, want hij is klaar met zijn studie. Hij vond het studentenleven mooi, maar nu breekt een tijd aan van minder lol en meer structuur. Ook zal de ex-student zijn studievrienden minder zien. We zullen hem vast niet meer zo vaak in de kroeg aantreffen. Kortom, er gaat veel veranderen in zijn leven.

Slide 5 - Slide

Door signaalwoorden te gebruiken wordt de tekst prettiger om te lezen + de betekenis ervan wordt duidelijker.

Slide 6 - Slide

Wat is het signaalwoord in deze zin?

Ik lees elke dag de krant, zodat ik op de hoogte ben.

Slide 7 - Open question

Welk tekstverband geeft ZODAT aan?

Ik lees de krant elke dag, zodat ik op de hoogte ben.
A
een reden/argument
B
een tegenstelling
C
een conclusie
D
een oorzaak/gevolg

Slide 8 - Quiz

Welk tekstverband is er in deze zin?

Het is warm buiten, toch heb ik het koud.
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een samenvatting
D
een opsomming

Slide 9 - Quiz

Wat is het tekstverband in deze zin?

Je krijgt vrijstelling voor het maken van de toetsen, als je dit schooljaar een diploma haalt.
.
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een voorwaarde
D
een opsomming

Slide 10 - Quiz