Jeugdstrafrecht

Jeugdstrafrecht
Jeugdstrafrecht
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Jeugdstrafrecht
Jeugdstrafrecht

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog over de les over HALT?

Slide 2 - Open question

Wat leer je deze les?
  • Bij welke delicten een jongere voor de rechter komt. 
  • Wat het woord delict betekent.
  • Welke straffen er zijn binnen het Jeugdstrafrecht. 
  • Wat een voorwaardelijke en onvoorwaardelijke straf is. 
  • Hoe een straf wordt bepaald.  

Slide 3 - Slide

Zoek op Google naar de betekenis van het woord 'delict' en vul je antwoord in.

Slide 4 - Open question

Noem zoveel mogelijk delicten waarvoor je als jongere naar de rechter moet.

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

Ernstige strafbare feiten
bv: diefstal, mishandeling, vandalisme, drugshandel
Herhaaldelijk plegen lichte delicten
bv: vuurwerkovertreding, vandalisme, schoolverzuim
Mislukte HALT afdoening
Als de HALT straf niet naar behoren is uitgevoerd. 

Slide 7 - Slide

Wat is de juiste volgorde?
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
De zaak komt voor de rechter. 
Onderzoek door politie & Openbaar Ministerie
Aanhouding en verhoor door politie.
Beslissing door officier van justitie over straf/rechtzaak.

Slide 8 - Drag question

Slide 9 - Video

Wat is het verschil tussen een voorwaardelijke en onvoorwaardelijke gevangenisstraf?

Slide 10 - Open question

Hoofdstraf
Maatregel
Gevangenis
12-15 jr: max 12 maanden
16-17 jr: max 24 maanden

Taakstraf
Max 200 uur
Werkstraf of leerstraf

Geldboete
Max €4150

PIJ-maatregel
Jeugd TBS
min 3 jaar - max 7 jaar

GBM
Programma gericht op gedragsverandering

Jeugdreclassering
Begeleiding en toezicht

Slide 11 - Slide

Bijkomende straffen
Verbeurdverklaring
Afnemen van voorwerpen strafbare feit

Ontzegging rijbevoegdheid (bij verkeersovertredingen)


Slide 12 - Slide

Bepaling straf
Wettelijke uitgangspunten

1. Pedagogisch doel
De straf moet in positieve zin bijdrage aan de ontwikkeling van de jongere. 

2. Maatwerk
Elke zaak wordt individueel beoordeeld. 

3. Verhoudingen
De straf moet in verhouding staan tot het delict. 
Specifieke factoren

1. Ernst van het delict. 
2. Leeftijd van de verdachte. 
3. Persoonlijke omstandigheden. 
4. Is de jongere al eens veroordeeld. 
5. Houding van de verdachte.
6. Adviezen deskundigen.

Uitgangspunt straf jongere: 
- Herhaling voorkomen
- stimuleren positieve ontwikkeling

Slide 13 - Slide