Dictee alfa A 2.1 en alfa B 1.4

Alfa B
de klas
de flim
hij praat
pestn
ik durf
ze schaamt zig

verliefd
de stad
1 / 34
next
Slide 1: Drag question
ISKVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Alfa B
de klas
de flim
hij praat
pestn
ik durf
ze schaamt zig

verliefd
de stad

Slide 1 - Drag question

Alfa A
De zaal
hji wint
rijk
de jognen
het geld
slegt
wil je?
het spel

Slide 2 - Drag question

Vul het goede woord in:
Ze ging met hem naar de ................
Alfa B

Slide 3 - Open question

Vul het goede woord in:
De film gaat over een .............
Alfa A

Slide 4 - Open question

Vul het goede woord in:
Ze wil niet meer naar .................
Alfa B

Slide 5 - Open question

Vul het goede woord in:
Ik............. een goede film.
Alfa A

Slide 6 - Open question

Vul het goede woord in.
Hij was best ........................
Alfa B

Slide 7 - Open question

Vul het goede woord in.
Hij ......................... geld.
Alfa A

Slide 8 - Open question

Vul het goede woord in.
Milka ............... met hem naar de stad.
Alfa B

Slide 9 - Open question

Vul het goede woord in.
Ik ................. snel naar het lokaal.
Alfa A

Slide 10 - Open question

Maak het woord van de letters:
ed flmi
Alfa B

Slide 11 - Open question

Vul het goede woord in.
Hij is dan heel ...........
Alfa A

Slide 12 - Open question

Maak het woord van de letters:
ijh aaprt
Alfa B

Slide 13 - Open question

Maak het woord van de letters:
echslt
Alfa A

Slide 14 - Open question

Maak het woord van de letters:
psteen
Alfa B

Slide 15 - Open question

Maak het woord van de letters:
oeh aalt?
Alfa A

Slide 16 - Open question

Maak het woord van de letters:
iuewne
Alfa B

Slide 17 - Open question

Maak het woord van de letters:
mra
Alfa A

Slide 18 - Open question

Maak het woord van de letters:
ki udfr
Alfa B

Slide 19 - Open question

Maak het woord van de letters:
dgeo
Alfa A

Slide 20 - Open question

Wat is dit?
Alfa B

Slide 21 - Open question

Wat is dit?
Alfa A

Slide 22 - Open question

Wat doet hij?
Alfa B

Slide 23 - Open question

Wat is dit?
Alfa A

Slide 24 - Open question

Wat is dit?
Alfa B

Slide 25 - Open question

Wat is dit?
Alfa A

Slide 26 - Open question

Typ dictee woorden
Alfa B

Slide 27 - Mind map

Typ dictee woorden
Alfa A

Slide 28 - Mind map

Welk woorden zijn goed?
Alfa B
A
Ez schaamt zich, Ze doe mee.
B
Ze schaamt zich, ze doen mee.
C
Ze schaamt zig, Ze doen me.
D
Ze schamt zich, ze deon mee.

Slide 29 - Quiz

Welke woorden zijn goed?
Alfa A
A
Slegt, kijr, mra
B
Secht, rjk, am
C
Slecht, rijk, arm
D
Selcht, rik, ar

Slide 30 - Quiz

Welke woorden zijn goed?
Alfa B
A
Verliedf, ik dufr, de lkas
B
Vrliefd, ki durf, ed klas.
C
Verliefd, ik durf, de klas
D
Verlifd, ik duurf, de klaas.

Slide 31 - Quiz

Welk woorden zijn goed
Alfa A
A
Het geeld, Het speel, Hoe lat?
B
Het geld, het spel, hoe laat?
C
Hte geld, hte spel, hoe lat?
D
Het geld? het spel? hoe laat.

Slide 32 - Quiz

Welke woorden zijn goed?

Alfa B
A
zij beslis, zoekn, ut
B
zj beslist, zeoken, iut
C
zij belsist, zoken, tui
D
zij beslist, zoeken, uit

Slide 33 - Quiz

Welke woorden zijn goed?
Alfa A
A
Neuiwe, hlepen, se gign
B
Nieuew, helpn, ze gnig
C
Nieuw, helpn, ze gin.
D
nieuwe, helpen, ze ging.

Slide 34 - Quiz