Het grote klasgenotenspel

Hoe goed kennen we elkaar?
1 / 31
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoe goed kennen we elkaar?

Slide 1 - Slide

het grote 'ken je klasgenotenspel'

Slide 2 - Slide

Wie is er het meest verslaafd aan zijn/haar telefoon?

Slide 3 - Open question

Met wie krijg je het minst snel ruzie?

Slide 4 - Open question

Wie vindt een 5.5 goed genoeg?

Slide 5 - Open question

Wie gaat er later beroemd worden?

Slide 6 - Open question

Wie verzint de beste smoezen?

Slide 7 - Open question

Wie kan het beste huiswerk plannen?

Slide 8 - Open question

Wie is de grootste fixer?

Slide 9 - Open question

Wie appt altijd terug, hoe laat het ook is?

Slide 10 - Open question

Wie is er dit jaar het meest veranderd als persoon?

Slide 11 - Open question

Wie is altijd blut?

Slide 12 - Open question

Met wie kun je het beste samenwerken?

Slide 13 - Open question

Wie kan er het beste spieken?

Slide 14 - Open question

Wie zal er nooit worden uitgestuurd?

Slide 15 - Open question

Wie is de beste Tiktokker?

Slide 16 - Open question

Wie is er het creatiefst?

Slide 17 - Open question

Wie zit er tijdens de les het meest stiekem te gamen?

Slide 18 - Open question

Wie staat er het langst voor de spiegel?

Slide 19 - Open question

Wie is er het hardst toe aan vakantie?

Slide 20 - Open question

Wie kan er het beste voetballen?

Slide 21 - Open question

Wie komt het vaakst te laat?

Slide 22 - Open question

Wie kun je altijd om hulp vragen?

Slide 23 - Open question

Wie is echt een harde werker?

Slide 24 - Open question

Wie houdt veel van dieren?

Slide 25 - Open question

Wie is goed in muziek?

Slide 26 - Open question

Wie haalt de gekste streken uit?

Slide 27 - Open question

Wie is het beste in wiskunde?

Slide 28 - Open question

Wie kijkt het meeste YouTube?

Slide 29 - Open question

Wie maakt de beste samenvattingen en aantekeningen?

Slide 30 - Open question

Wie heeft altijd goede zin?

Slide 31 - Open question