This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
8.3 Snelheid
Slide 1 - Slide
Snelheid
Welke afstand leg je af in een bepaalde tijd?
Bijv. Peter fietst 20 km per uur Dat betekent dat Peter een afstand van 20 km in 1 uur tijd aflegt
Slide 2 - Slide
Rekenen met tijd
In elk uur zitten 60 minuten. In elke minuut zitten 60 seconden.
Slide 3 - Slide
De pauze duurt 15 minuten
Ik fiets in 3,5 minuten naar school
De bal rolt 0,5 minuten van de helling
Je loopt 5 minuten en 30 seconden
210 seconden
330 seconden
900
seconden
30 seconden
Slide 4 - Drag question
Vragen omcirkelen blz. 162 + 163
Had je de vorige vraag goed, dan omcirkel je vraag 1,2,3,7,8 Had je de vorige vraag niet goed dan omcirkel je vraag 1,2,3,5,6,7,8
Slide 5 - Slide
Lengtematen omrekenen
1km = 1000 m
1hm = 100 m
Slide 6 - Slide
6,3 km = ...... m
A
0,0063
B
63
C
630
D
6300
Slide 7 - Quiz
3 hm = .... m
A
0,03
B
30
C
300
D
3000
Slide 8 - Quiz
600 m = ... km
A
0,6
B
6
C
60 000
D
600 000
Slide 9 - Quiz
Omcirkelen blz. 164 + 165
Had je de vorige 3 vragen goed? Dan omcirkel je opdracht 10 en 12
Had je 2 vragen goed? Dan omcirkel je opdracht 10, 11 en 12 Had je minder dan 2 vragen goed? Dan omcirkel je opdracht 10, 11, 12 en 13
Slide 10 - Slide
Gemiddelde snelheid berekenen
Gemiddelde afstand (km/h) = afstand (km) : tijd (h)
Gemiddelde snelheid (m/s) = afstand (m) : tijd (s)
Stel: Je moet 9 km naar school fietsen en je doet daar een half uur over. 9 : 0,5 = 18 km/h. Je fietst dan gemiddeld 18 km/h
Slide 11 - Slide
Joan gaat met het vliegtuig naar New York, de reis van Amsterdam naar New York duurt 8 uur. De afstand Amsterdam-New York is 7200 km. Bereken de gemiddelde snelheid in km/h.
Slide 12 - Open question
Omcirkelen blz. 166 + 167
Had je de vorige vraag goed? Dan omcirkel je opdracht 16, 17 en 18 Had je de vraag niet goed? Dan omcirkel je opdracht 14 t/m 18
Slide 13 - Slide
Snelheden omrekenen
Slide 14 - Slide
We maken gezamenlijk opdracht 22 op blz. 167
Slide 15 - Slide
Omcirkelen blz. 167
Iedereen omcirkeld opdracht 19, 20, 21
Slide 16 - Slide
Hoe meet je snelheid
Om de snelheid te kunnen berekenen heb je de afstand en de tijd nodig. Als je wilt meten heb je dus iets nodig om een afstand op te meten en iets om de snelheid te meten.
Slide 17 - Slide
Maximumsnelheid
Er gelden overal maximum snelheden. Doel: zorgen voor een veilige situatie
Slide 18 - Slide
Omcirkelen blz. 169
Iedereen omcirkelt opdracht 26 en 27
Slide 19 - Slide
Aan de slag!
Maken: Alle omcirkelde opdrachten van paragraaf 8.3
Je maakt een foto van de gemaakte opdrachten. Wat je nog niet afhebt maak je af als huiswerk
Slide 20 - Slide
Laat met foto's zien wat je tijdens de les al hebt afgemaakt.