Introductie les

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

T3 Erfelijkheid en evolutie

Zaadcel

Chromosoom

Celkern

Bevruchting

Bevruchte eicel

Mannelijk geslachtschromosoom?

1. X
2. Y

In deze cel komen de chromosomen dubbel voor

1. Lichaamscel
2. Geslachtscel

Lange dunne 'draden' met DNA en eiwit in de celkern

1. Haar
2. DNA
3. Chromosomen
4. Deling

Stof die informatie bevat voor erfelijke eigenschappen in een chromosoom

1. Haar
2. DNA
3. Chromosomen
4. Deling

Vrouwlijk geslachtschromosoom?

1. X
2. Y

In deze cel komen de chromosomen enkelvoudig voor

1. Lichaamscel
2. Geslachtscel

Organismen kunnen zich op twee manieren voortplanten: geslachtelijk en ongeslachtelijk.

Over welk type voortplanting gaan de zinnen?
Twee geslachtscellen versmelten.

1. geslachtelijk
2. ongeslachtelijk
3. beide

Organismen kunnen zich op twee manieren voortplanten: geslachtelijk en ongeslachtelijk.

Over welk type voortplanting gaan de zinnen?
Er vindt bevruchting plaats.

1. geslachtelijk
2. ongeslachtelijk
3. beide

Organismen kunnen zich op twee manieren voortplanten: geslachtelijk en ongeslachtelijk.

Over welk type voortplanting gaan de zinnen?
De eigenschappen van de nakomelingen zijn hetzelfde als de ouder

1. geslachtelijk
2. ongeslachtelijk
3. beide

Reductiedeling (meiose)

1. Lichaamscellen
2. Geslachtscellen

Organismen kunnen zich op twee manieren voortplanten: geslachtelijk en ongeslachtelijk.

Over welk type voortplanting gaan de zinnen?
De eigenschappen van de nakomelingen zijn verschillend van de ouders

1. geslachtelijk
2. ongeslachtelijk
3. beide

Er zijn twee typen celdeling: de gewone celdeling en de reductiedeling.

Welke andere naam ken je voor gewone celdeling?

1. mitose
2. meiose

Er zijn twee typen celdeling: de gewone celdeling en de reductiedeling.

Welke andere naam ken je voor reductiedeling?

1. mitose
2. meiose

Bij welke celdeling bevatten de dochtercellen weer chromosomenparen?

1. mitose
2. meiose

Gewone celdeling (mitose)

1. Lichaamscellen
2. Geslachtscellen

Elk chromosoom bevat:

1. één gen
2. meerdere genen

Een gen heeft altijd 2 ....

Gen

Celkern

DNA

Chromosomen

Allelen

Een allel is een variant van een:

1. chromosoom
2. gen

Een allel is:

1. een variant van een gen
2. een variant van een chromosoom
3. een variant van een fenotype
4. een variant van een genotype

Hoeveel allelen voor één erfelijke egienschap (gen) bevat de cel?

1 allel

1 allel

2 allelen

2 allelen

Bevruchte eicel

Eicel

Zaadcel

Lichaamscel

De informatie voor de ERFELIJKE eigenschappen van een organisme heet het

1. Genotype
2. Fenotype

Alle eigenschappen van een organisme heet het

1. Genotype
2. Fenotype

Sleep de eigenschappen naar het juiste vak of ze erfelijk of niet erfelijk zijn.

Erfelijk

Niet erfelijk

Behaarde bladeren

Slaphangende bladeren door te weinig water

Bladeren met stekels

Blauwe ogen

Spieren door veel trainen

Kort haar

Wipneus

Litteken

Krullend haar

Blauw haar

Terugblik naar de vorige les:

Het fenotype kan                    veranderen door invloeden uit de omgeving.

Steil haar laten krullen met een krultang is                     een verandering van het

genotype.

Het fenotype is                      altijd hetzelfde als het genotype.

Een tatoeage is                      een verandering van het genotype

Niet

Wel

Niet

Niet

Niet

Wel

Wel