Start Economie

Hoera, we mogen weer....
we mogen weer naar school
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoera, we mogen weer....
we mogen weer naar school

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Wat heb je nodig?
  • Inhoud boek
  • Manier van werken
  • Planning
  • Verwachtingen
  • Introductie: wat is economie?

Slide 2 - Slide

Benodigdheden:
  • Boek Pincode deel 3 vmbo-GT
  • Schrift, A3 formaat lijntjes!
  • (Laptop)
  • Zakjapanner, schrijfspullen

Slide 3 - Slide

Inhoud boek
  • Per paragraaf leerdoelen
  • Verschillende typen opgave
  •    = Basis
  •    = Herhaling
  •    = Plus
  •    = Rekenopgaven
  •    = Samenvatting


Slide 4 - Slide

Manier van werken
  • Twee lessen per week: do 1e 40' + ma 6e & 7e 80'. 
  • Korte instructie in de les.
  • Opdrachten maken in de les
  • = ZWIS of ZWF
  • Aanvullende opdrachten als huiswerk maken.

Slide 5 - Slide

Planning
  • Circa 1 paragraaf per week.
  • SO / MO kan altijd.....
  •  PW of CP  per hoofdstuk!

Slide 6 - Slide

Wat is belangrijk bij economie?
  • Bestudeer de leerteksten.
  • Noteer bij de rekenvragen ook altijd de berekening.
  • Beantwoord open vragen waarbij een verklaring gevraagd wordt ook altijd met een uitleg in de vorm van een zin.
  • Het maken van aantekeningen, samenvattingen, begrippenlijsten en mindmaps is nodig om goed te scoren en om de stof goed te kunnen snappen.

Slide 7 - Slide

Wat verwachten jullie van mij?

Slide 8 - Open question

Wat vind je dat ik van jullie mag verwachten?

Slide 9 - Open question

Wat verwacht ik van jullie?
  • Kom op tijd!
  • Bij binnenkomst gaan zitten en spullen pakken en tas van tafel.
  • Niet wachten op mij, je gaat aan de slag.
  • Als je het huiswerk niet gemaakt heb, geef je dit vóór de les aan.
  • Vinger opsteken bij vraag/opmerking.
  • Eten/drinken en toiletbezoek tijdens de pauze.
  • Wacht met opruimen van je spullen totdat de les voorbij is.

Slide 10 - Slide

Waar denk je aan bij economie?

Slide 11 - Mind map

Wat betekent economie?
A
Geldkunde
B
Bezunigingskunde
C
Huishoudkunde
D
Begrotingskunde

Slide 12 - Quiz

Economie is een
A
exact vak
B
maatschappij vak
C
een taal
D
een kunstvak

Slide 13 - Quiz

Economie ...
A
... gaat alleen maar over geld
B
... gaat over keuzes maken
C
... gaat over mensen
D
....is een heel interessant vak

Slide 14 - Quiz

0

Slide 15 - Video

ZWIS: bestudeer de tekst op blz. 10 en maak 1 t/m 4.
15 minuten
Boek en schrift
Rekenmachine 
Check de leerdoel 1 op blz. 13.
HW: ............

Slide 16 - Slide

Les 2 
Wat gaan we doen vandaag?
= aantekening: wat is economie?
= behandelen H1.1

Slide 17 - Slide

Wat is economie?

De economie → al het menselijk handelen dat gericht is op het voorzien in de behoeften van mensen zelf en anderen (the economy).
De economische wetenschap → de manier waarop economen dit menselijk handelen inzichtelijk proberen te maken (economics).



Slide 18 - Slide

Economie = Oikos Nomos?
Oudgriekse oorsprong van het woord economie → oikos en nomos.


Oikos → het huishouden waarvoor we in de behoeften voorzien.
Nomos → de kennis die we inzetten bij het voorzien in deze behoeften.


Slide 19 - Slide

Behoeften
1) Primaire: eten drinken, kleding, dak boven je hoofd.
2) Secundaire: luxe behoeften.

De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien noemen we welvaart.

Slide 20 - Slide

Middelen
Om in onze behoeften te voorzien hebben we middelen nodig.
Middelen zijn tijd en geld.
Probleem is dat tijd en geld niet oneindig aanwezig zijn.
Tevens zijn middelen alternatief aanwendbaar.
Dit noemen we schaarste.
Schaarste dwingt ons tot keuzes.

Slide 21 - Slide

Schaarste
Schaarste = er moeten middelen (tijd en geld) worden opgeofferd om in je behoeften te voorzien.

Schaarste niet verwarren met zeldzaam.
Bijvoorbeeld brood!
Schaarse goederen hebben een PRIJS.

Slide 22 - Slide

Is schaarste hetzelfde als zeldzaam?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Hangt er vanaf.

Slide 23 - Quiz

ZWIS: bestudeer blz. 10 & 11 en maak 5 t/m 11
20 minuten
Boek en schrift
Rekenmachine 
Check de leerdoel 1, 2 en 3 op blz. 13.
 Maak samenvatting op blz. 26
HW: Maak herhalingsopgaven 1 t/m 6 + leren aantekeningen + begrippen H1.1 op blz. 27.

Slide 24 - Slide

Les 3: met een % een getal berekenen

In een maand heb je 1.500,- euro verdient, bruto.
Hierover moet je 30% belasting betalen.
A. Hoeveel belasting betaal je?
B. Wat is nu je netto loon?

Slide 25 - Slide

ZWIS: maken opgaven 12, 13 en 14.
10 minuten
Boek en schrift
Rekenmachine 
Check de leerdoel 3!
Maken rekenopgaven 1 t/m 5 blz. 28

Slide 26 - Slide

Vrij goed
Goederen waar je niet voor hoeft te betalen!

Slide 27 - Slide

Vrij goed
Schaars goed
Zonlicht
Bomen
Goud
Zoutwater
Papier

Slide 28 - Drag question

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Wat is de betekenis van het woord 'middelen'?

Slide 31 - Open question

Wat wordt bedoeld met het woord 'consumeren' in deze tekst?

Slide 32 - Open question

Waarom is de horeca extra gevoelig voor goede of slechte tijden in de economie?

Slide 33 - Open question