BS 2

H6.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

H6.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel

Slide 1 - Slide

Waar gaat deze bassistof over?
  • Kraakbeenweefsel
  • Beenweefsel
  • Veranderingen in het skelet

Slide 2 - Slide

Woordenlijst

Slide 3 - Slide

Inleiding 
Het puntje van je neus en je oren zijn buigzaam. Dit komt door het kraakbeenweefsel dat erin zit. De meeste delen van het skelet zijn juist niet buigzaam, maar hard en stevig.

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 

Je kunt:

  • Kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en in een afbeelding delen benoemen.
  • Beschrijven hoe de samenstelling van beenderen verandert tijdens het leven.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Botten bestaan uit: 
Kalkzouten en Lijmstof


Kalkzouten = Stevigheid
Lijmstof = Buigzaam

Slide 8 - Slide

Kraakbeenweefsel
Komt voor op plaatsen in het lichaam die stevig en toch soepel zijn, bijvoorbeeld: Neus & oorschelpen.
Tussencelstof bestaat uit kalkzouten en lijmstof.

Bestaat uit meer lijmstof (=flexibel)

Slide 9 - Slide

Beenweefsel
Door de kanaaltjes lopen bloedvaten.
Tussencelstof bestaat uit kalkzouten en lijmstof.

Bestaat voornamelijk uit
kalkzouten! (= stevig)

Slide 10 - Slide

Veranderingen 
Kraakbeenweefsel:
  • Baby's hebben hier veel van
  • Tijdens de groei wordt dit vervangen door beenweefsel

Beenweefsel:
  • Bij kinderen bevat beenweefsel veel lijmstof.
  • Tussencelstof maakt steeds minder lijmstof en steeds meer kalkzouten. Botten breken daarom bij oudere mensen sneller.

Slide 11 - Slide

Wat is de functie van het kraakbeen op de gewrichtskom en de gewrichtskogel?
A
De botten buigzaam houden.
B
De botten op de juiste plek houden.
C
Slijtage aan het gewricht voorkomen

Slide 12 - Quiz

botten van een baby hebben...
A
veel kalkstof
B
veel cellen
C
veel lijmstof
D
veel stevigheid

Slide 13 - Quiz

Aan de slag!
LEZEN
blz 87 en 88
MAKEN
opdracht 9 t/m 11
KLAAR?
controle 
Test jezelf

Slide 14 - Slide