5.2: herhaling

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Le cours du 18 octobre

herhaling

VIFE : Fenna Visser

Planning

• Magister
• Vertaalzinnen
• Oefentoets A (pronom relatif)

Magister

• Aanwezig
• Op tijd
• Boeken mee
• Huiswerk gemaakt

Toetsstof

Chapitre 1

• Vocabulaire: ABC
• Grammaire: pronom relatif, 4 verbes irréguliers, futur simple/conditionnel
• Écrire: je schrijft een tekst over het thema van het hoofdstuk zonder woordenboek

Toetsstof

4 verbes irréguliers: commencer, jeter, acheter, partager

• présent
• futur simple
• conditionnel

--> werkwoordstijden toepassen in de zin

Vertaalzinnen (p. 24)

1. Wij beginnen (met) de demonstratie.
2. Hij zal het afval weggooien.
3. Als je me overtuigde, zou ik het kopen.
4. Wij delen dezelfde waarden.
5. Zij zouden de fabriek kopen.
6. De vervuiling zal beginnen.

Vertaalzinnen (p. 24)

1. Nous commençons la manifestation.
2. Il jettera les déchets.
3. Si tu me convaincrais, je l'achèterais.
4. Nous partageons les mêmes valeurs.
5. Ils achèteraient l'usine.
6. La pollution commencera.

Oefentoets A

Bespreken oefentoets A

1. Doorspreken antwoorden
2. Globaal bespreken

Pronom relatif (p. 13)

Simpelste vuistregels:

• Werkwoord erachter? --> qui                (la femme qui danse)
• Onderwerp erachter? --> qu(e)            (la femme qu'on voit)
• Werkwoorden met '... de'  --> dont      (la femme dont on parle)

Devoirs

• Lire globalement: Lupin
• Morgen: samen Lupin kijken (49 minuten: wees op tijd!)
• Maandag na de vakantie: boekje uitgelezen

• Heb je nog vragen? Blijf dan nog even om ze te stellen!