Do 01-02-24 3.1

1 / 11
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

TH2D
Donnerstag, 1. Februar 2024

Slide 2 - Slide

die Planung
  • Toetsen plannen
  • Grammatik A
  • Aufgaben

Slide 3 - Slide

SO Kapitel 3 (2x)


  • Seite 127/128 Lernbox Lektion 1 t/m 3 + Redemittel
De woordjes leren zoals het erboven staat. Staat het er van het Duits naar het Nederlands, dan krijg je op de toets het Duitse woord en moet jij de Nederlandse betekenis ervan weten. De Redemittel (zinnen) leer je NL-DU en DU-NL.

  • Seite 94 Grammatik A Kloktijden
  • Seite 112 Grammatik C Zwakke werkwoorden met de stam op -d, -t
Week 11: donderdag 14 maart, 2e uur

Slide 4 - Slide

Spreken (3x)


  • Bij Sprechen 2 ga je in tweetallen een filmpje opnemen waarbij je iets vertelt over Schule und Sport/Freizeit EN je gaat naar een Restaurant of je werkt in een Restaurant. 

  • In Peppels zit de uitleg en de leerstof.
Week 13: projectweek

Slide 5 - Slide

Grammatik A
kloktijden

Slide 6 - Slide

Kloktijden
Kloktijden zeg je in het Nederlands hetzelfde als in het Duits.
Kloktijden zeg je in het Nederlands hetzelfde als in het Duits.
Wie spät ist es?
Hoe laat is het?
15:00
Es ist drei Uhr.
Es ist fünfzehn Uhr.
Het is drie uur.
Het is vijftien uur.
12:30
Es ist halb eins.
Es ist zwölf Uhr dreißig
Het is half een.
Het is twaalf uur dertig.
14:05
Es ist fünf nach zwei.
Es ist vierzehn Uhr fünf.
Het is vijf over twee.
Het is veertien uur vijf.
16:45
Es ist Viertel vor vier.
Es ist fünfzehn Minuten vor vier.
Es ist sechzehn Uhr fünfundvierzig.
Het is kwart voor vier.
Het is vijftien minuten voor vier
Het is zestien uur vijfenveertig.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

1000=
tausend

Slide 9 - Slide

 Aufgaben machen
opdrachten maken
  • Was (wat)? 
Kapitel 3 Lektion 1 Aufgabe 2, 5, 8 t/m 10
Vanaf Seite 90 --> boek A
  • Wie (hoe)? Online of boek
  • Hilfe (hulp)? Buren, docent
  • Zeit (tijd)? 9:50
  • Fertig (klaar)? iets voor jezelf





An die Arbeit!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide