vrijdag 4 juni

• Middelbare school

Woordenschat

Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema Toekomst.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

ongelofelijk

• heel erg;
• heel veel;
• je kan het niet geloven zo erg;

• Zin: Ik heb echt ongelofelijk veel zin in de vakantie!

ongetwijfeld

• zonder twijfel;
• je weet iets zeker;
• synoniem: absoluut;

• Zin: De docent was boos op mijn vriend. Hij heeft ongetwijfeld weer niet goed geluisterd.
  

ondertekenen

• je handtekening zetten onder aan een officieel formulier, document of brief;
• met een ondertekening beloof je dat je doet wat op papier staat;
• werkwoord: ik onderteken, ik ondertekende, ik heb ondertekend;

• Wij moeten ons contract ondertekenen.

onzeker

• iets wat onzeker is, is niet helemaal duidelijk;
• iets wat onzeker is, is nog niet helemaal definitief;
• als je zelf onzeker bent, durf je nog niet goed contact met andere mensen te maken;
• als je zelf onzeker bent, heb je nog niet veel vertrouwen in wat je allemaal kan;

• Zin: Het is nog onzeker of het coronavirus helemaal weg gaat uit de wereld.

overwinning

• als je wint, dan heb je een overwinning behaald;
• kan met een wedstrijd zijn;
• of een overwinning op jezelf: je kan nu iets wat je eerst niet kon;
• Ik heb een overwinning behaald. Eerst was ik onzeker en nu durf ik tegen iedereen te praten.

In welke zin wordt de tegenstelling gegeven van het woord:
onzeker

1. Volgende week heb ik een toets. Misschien ga ik een goed resultaat halen.
2. Volgende week heb ik een toets. Ik denk dat ik waarschijnlijk een goed resultaat ga halen.
3. Volgende week heb ik een toets. Ik weet zeker dat ik een goed resultaat ga halen.

Zoek een foto waarop je een overwinning ziet

Wat betekent:
Jij hebt ongetwijfeld je toets goed geleerd.

1. Je hebt je toets niet goed geleerd.
2. Ik denk dat jij je toets niet goed hebt geleerd.
3. Ik weet zeker dat jij je toets goed hebt geleerd.
4. Ik denk dat jij je toets goed hebt geleerd.

Welk formulier heb jij wel eens ondertekent?

Maak de zin af:
Ik wil ongelofelijk graag......

Opdracht: welk woord hoort in de zin?

Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Wil je dit even................? Dan kan ik het opsturen naar je nieuwe school.

Zij vindt voorlezen een beetje spannend. En als de andere leerlingen haar ook nog uitlachen, wordt ze daar erg............. van.

Je kan mij.............. vertellen wat dit woord in jouw moedertaal betekent!

Ik heb een belangrijke.................... behaald. Ik durf nu met jullie allemaal te praten! Dat durfde ik eerst nog niet.

Ik vind het ...................... dat ik zo vaak tegen jullie moet zeggen dat je je mobiel weg moet doen!

Zinnen maken

We draaien het rad. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.

De woorden: ongelofelijk, ongetwijfeld, onzeker, ondertekenen, overwinning