Thema 3, Les 3 - Krachten Meten

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 2

Kracht

Website week 4






IJburg College
1/2 THV

Wat weet je nog van vorige week?

Wat heb je NIET nodig om een kracht te tekenen?

1. De grootte
2. Het aangrijpingspunt
3. Een pen
4. De richting

Leerdoelen

Je kunt uitleggen dat je met een krachtmeter een trekkracht kan meten.

Je kunt uitleggen hoe een krachtmeter werkt en wanneer er een stugge of een slappe veer gebruikt moet worden.

Je kunt de zwaartekracht op een voorwerp berekenen als je de massa weet.

Je kan het verschil uitleggen tussen massa, zwaartekracht en gewicht.

Je kunt de formule Fz = m ⋅ g gebruiken.

Massa of Gewicht?

De massa is het totaal van de zwaarte van alle atomen in een voorwerp. 

Het gewicht is de kracht die je daarmee uitoefent op de aarde.

Dus je massa (als je jezelf weegt) is 50 kg.

Je gewicht is dan de kracht die je uitoefent op de aarde. (500 N)

Als je op een weegschaal staat, dan meet je je...

1. Massa
2. Gewicht
3. Lengte

Krachtmeters

Krachtmeters kun je gebruiken om de zwaartekracht (dus het gewicht!) van een bepaald voorwerp te meten.

Door een voorwerp aan het haakje te hangen, zakt deze een beetje naar beneden en kun je de kracht in Newton aflezen.

Stugge veer = grote kracht (zwaar voorwerp)

Slappe veer = kleine kracht (licht voorwerp)

Als ik aan een krachtmeter trek met mijn handen, dan meet ik de...

1. Zwaartekracht
2. Spierkracht
3. Normaalkracht
4. Windkracht

Formule

Ook zonder krachtmeter kunnen we de zwaartekracht op een voorwerp berekenen.

Fz = Zwaartekracht (N)
m = Massa (kg)

g = Valversnelling

Valversnelling op aarde is altijd 10

 Fz = m ⋅ g

Formule

Natuurkundige formules zijn eigenlijk invuloefeningen. Daarna moet je rekenen.

Ik moet dus uitzoeken wat voor getallen ik moet invullen op de plekjes van de letters.

Dit kan je vaak terugvinden in de vraag!

 Fz = m ⋅ g

Voorbeeld

We kunnen de formule invullen voor de bank.

De bank heeft een massa van 100 kg.

 Fz = m ⋅ g

Fz = 100 ⋅ g

Fz = 100 ⋅ 10

Fz = 1000 N

 Fz = m ⋅ g

Fz = Zwaartekracht

m = Massa

g = Valversnelling

Vincent heeft een massa van 70 kg.
Hoe groot is de zwaartekracht op Vincent?

Uitleg

Fz = m ⋅ g

Fz = 70 ⋅ g

Fz = 70 ⋅ 10

Fz = 700 N

Een olifant heeft een massa van 5000 kg.

Hoe groot is de zwaartekracht op deze olifant?

Uitleg

Fz = m ⋅ g

Fz = 5000 ⋅ g

Fz = 5000 ⋅ 10

Fz = 50000 N

De zwaartekracht op een voorwerp is 580 N. Hoe groot is de massa?

1. 5800 N
2. 58 N
3. 5800 kg
4. 58 kg

Huiswerk en de rest van de les.

Nu kun je je huiswerk van vorige week nakijken.

Daarna kun je beginnen met de opdrachten van week 4 op de website.

Succes!