Les 3: elektrische energie vervoeren

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Goedemiddag!

Pak alvast je werkboek a en je schrift.

Vandaag uitleg over de werking van het elektriciteitsnet!

Programma van deze les

1. Korte terugblik vorige les: bespreken opdracht 8
2. Elektriciteitsnet, uitleg + opdracht + bespreking
3. Filmpje 
4. Transformator, uitleg + opdracht + nabespreking
5. Opdracht + nabespreking
6. Afsluiting: volgende les

Opdracht bespreking

Pak werkboek a en ga naar opdracht 8 op blz. 19.

Spinner klas V3C

Spinner klas V3A

Het elektriciteitsnet

Hoogspanningslijnen: transporteren elektrische energie onder hoge spanning van 380kV.

Hoe hoger de spanning hoe minder energieverlies.

De in de energiecentrale opgewekte spanning wordt meerdere keren omhoog en omlaag getransformeerd.

Lichtnetspanning: wisselspanning van 325V naar -325V met een frequentie van 50Hz (50 keer per seconde). Effectieve spanning lichtnet: 230V

Wat is spanning?

Vergelijking met water.

Wat is spanning?

Vergelijking met (spier)kracht

Opdracht

Ga naar bladzijde 26 van werkboek a en maak opdracht 2.

Gebruik hiervoor figuur 2 op blz 22.

Werk de eerste 2 minuten in stilte, daarna mag je fluisterend overleggen met je buur.

Straks vraag ik 2 willekeurige leerlingen 

naar hun antwoord .

Spinner klas V3C

Spinner klas V3A

Transformator

Spanning verlagen met een transformator.

Omhoog en omlaag transformeren

U = spanning in Volt

N = aantal windingen van de spoel

(p = primaire spoel en s = secundaire spoel) 

​Us​​Up​​=​Ns​​Np​​

Voorbeeldopgave

Je wilt een transformator maken die een spanning van 230V omzet in een spanning van 12 volt. De primaire spoel heeft 400 windingen. Hoeveel windingen moet de secundaire spoel krijgen?

Aanpak

Gegeven: U_p = 230V, U_s = 12V, N_p = 400

Gevraagd: N_s = ?

Uitwerking:                                                                      ->   230 x ? = 12 x 400 = 4800

4800 / 230 = 21                Dus het antwoord is: je hebt 21 windingen nodig.

​Us​​Up​​=​Ns​​Np​​

​12​​230​​=​[?]​​400​​

Opdracht

Ga naar bladzijde 26 van werkboek a en maak opdracht 3.

Gebruik indien nodig voorbeeldopdracht 1 op blz 24.

Werk de eerste 2 minuten in stilte, daarna mag je fluisterend overleggen met je buur.

Straks vraag ik 2 willekeurige leerlingen 

naar hun antwoord .

Klaar? Maak dan ook alvast opdracht 4

Spinner klas V3C

Spinner klas V3A

Opdracht

Ga naar bladzijde 27 van werkboek a en maak opdracht 5.

Gebruik indien nodig voorbeeldopdracht 1 op blz 24.

Werk de eerste 2 minuten in stilte, daarna mag je fluisterend overleggen met je buur.

Straks vraag ik 2 willekeurige leerlingen 

naar hun antwoord .

Klaar? Maak dan ook alvast opdracht 4 en opdracht 6

Spinner klas V3C

Spinner klas V3A

Afsluiting

Volgende les:

Gaan we het hebben over de ideale transformator.

Huiswerk: opdracht 4 en 6 nog niet af? Dan is dit het huiswerk!