What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
โน
Return to search
Jeelo 1648 rare verkeersregels
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
- Filmpje bekijken: Wat valt je op aan het verkeer?
- Bron lezen
- Denkvragen
- Woordenschat
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Wat valt je op aan het verkeer in Engeland?
Slide 4 - Open question
Aan welke kant van de weg moet je in Engeland rijden?
A
Rechts
B
Links
C
In het midden
Slide 5 - Quiz
Hoe weet je in Nederland dat je moet stoppen bij een kruispunt?
A
Door de strepen op de weg.
B
Door een stopbord, rood stoplicht en/of haaientanden.
C
Door iets anders, namelijk ....
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Video
Zou jij hier graag willen rijden?
๐
๐
๐
๐
๐
Slide 8 - Poll
Zijn de verkeersregels hier duidelijk?
Ja
Nee
Slide 9 - Poll
Doel
Lesdoel: Je leert over verkeersregels in andere landen die voor ons vreemd zijn. Hier kan je over vertellen.
Leesdoel: Je weet wat verwijswoorden zijn.
Slide 10 - Slide
Bron lezen
- Juf leest voor. Lees goed mee!
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Ben jij weleens een vreemd verkeersbord of verkeersregel tegen gekomen?
Ja
Nee
Slide 16 - Poll
Hoe kun je je voorbereiden op deelnamen aan het verkeer in het buitenland?
Slide 17 - Open question
Zoek deze woorden op
Slide 18 - Slide
Een bekeuring is dat je je auto laten keuren bij de garage.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Een ander woord voor claxonneren is:
A
hard roepen
B
toeteren
C
bellen
D
telefoneren
Slide 20 - Quiz
Hier zie je een gevarendriehoek
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quiz
Welk getal is een 'even' getal?
A
13
B
5
C
22
D
9
Slide 22 - Quiz
Welke nieuwe verkeersregel zou jij willen invoeren in ons land?
Slide 23 - Open question
Leesdoel: verwijswoorden
Uitleg: een verwijswoord wijst naar iemand.
Bijvoorbeeld:
hij - zij - het - ze - hun - hen
zijn - haar
dat - die
hem - haar
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Lees de tekst nog een keer
- Maak de controleervragen als je klaar bent.
Slide 28 - Slide
Goed gewerkt!
Slide 29 - Slide
More lessons like this
Jeelo 1648 rare verkeersregels
February 2024
- Lesson with
19 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5
Jeelo: 1896 Dingen die nog niet bestaan
September 2021
- Lesson with
23 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 4
Jeelo bron: 1669 Een buil vallen is niet erg
January 2020
- Lesson with
18 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 7,8
Jeelo bron: Iedereen op EHBO cursus?
January 2020
- Lesson with
17 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 7,8
Geven van signalen en tekens
November 2024
- Lesson with
37 slides
Verkeersquiz opening Jeelo 'veilig in het verkeer'
May 2022
- Lesson with
40 slides
Verkeer
Basisschool
Groep 3-8
Verkeersquiz opening Jeelo 'veilig in het verkeer'
August 2022
- Lesson with
40 slides
Verkeer
Basisschool
Groep 3-8
Jeelo bron: Brandend heet of ijzig koud
October 2024
- Lesson with
15 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 7,8