Modals and negations

Learning goal
I can use modals in affermative and negative sentences.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Learning goal
I can use modals in affermative and negative sentences.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Welke modal?

Verplichting
A
Must
B
Have to
C
Can
D
Should

Slide 3 - Quiz

Wat moet je onthouden van 'modals'
A
Geen '-s in 3e persoon enkelvoud
B
Geen '-s in 3e persoon enkelvoud, kunt verleden tijd van maken
C
Geen '-s in 3e persoon enkelvoud, je kunt er toekomende tijd van maken
D
Geen '-s in 3e persoon enkelvoud, gevolgd door hele werkwoord zonder 'to'

Slide 4 - Quiz

Waarom gebruik je een modal (hulpwerkwoord)?
A
om een complete zin te maken.
B
om iets te verplichten, of om advies te geven.
C
om gelijk te krijgen
D
om bezit aan te geven.

Slide 5 - Quiz

Wat zijn modal verbs?
A
zelfstandige naamwoorden
B
verleden tijd
C
(hulp)werkwoorden

Slide 6 - Quiz

Welke modal gebruik je als iets MOET (geen keuze)?
A
have to
B
should
C
must
D
could

Slide 7 - Quiz

Welke modal gebruik je als advies geeft?
A
have to
B
should
C
must
D
could

Slide 8 - Quiz

Use to correct modal verb to fill in the gap.
My mum               cook lunch.
They              pay for the groceries.

You             wear a coat. It's cols outside.
have to 
has to 
should

Slide 9 - Drag question

Drag the modals into the box
Modals for predictions
walk
might
should
like
had better
take
ought to
advise
will
may
have

Slide 10 - Drag question

Drag the modals into the box
Modal verbs
walk
can
should
like
would
take
could
advise
will
may
have

Slide 11 - Drag question

Make a sentence with should

Slide 12 - Open question

Make a sentence with have to

Slide 13 - Open question

Make a sentence with ought to

Slide 14 - Open question

Make a sentence with may

Slide 15 - Open question

Let's practice some more
Ch. 4 Slim Stampen Grammar 9, 10 en 11
voor allemaal geldt: min. score 70%
Done?

https://engelsklaslokaal.nl/oefenen-met-grammatica/hulpwerkwoorden/modaliteiten/

Slide 16 - Slide