This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
1.2, aardbevingen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Als je klaar bent met deze paragraaf dan begrijp je hoe en waar aardbevingen ontstaan.
Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je aangeven wat de gevolgen zijn van aardbevingen in verschillende gebieden.
Als je klaar bent met deze paragraaf dan weet je wat een aardbeving is.
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
Voorkennis
Uitleg
Controlerende vragen
Afsluiting
Slide 3 - Slide
Om platentektoniek uit te kunnen leggen moet je eerst iets weten over de opbouw van de aarde. Sleep de juiste namen naar de juiste cijfers.
Aardmantel
Aardkorst
Aardkern
Slide 4 - Drag question
Langs elkaar
Uit elkaar
Naar elkaar toe
Slide 5 - Drag question
Wat is Pangea?
Slide 6 - Open question
Wat is een plooiingsgebergte?
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Wat is een epicentrum?
Slide 16 - Open question
Welke cijfer hoort bij de zwaarste aardbeving die je kan hebben?
Slide 17 - Open question
Leg uit hoe een aardbeving ontstaat.
Slide 18 - Open question
In de afbeelding hiernaast zie je
hoe twee _________________________
met elkaar botsen. Platen kunnen bewegen door stromen van heet gesteente in de ______________. Het gesteente is daar zo warm door de hitte van de __________________. Op plaatsen waar platen met elkaar botsen, verkreukelt de aardkorst en langzaam ontstaan er ____________. Een plotselinge verschuiving van aardkorstplaten zorgt voor trillingen die we een _________________________ noemen.
bergen
aardbeving
aardkorstplaten
aardkern
aardmantel
Slide 19 - Drag question
Aan de slag
Maak een stripverhaal. Hoe doe je dat?
- Minimaal 4 tekeningen
- In elke tekening één begrip
- Met onderschrift waarin je uitlegt wat er gebeurd
- Tekening 1 heeft er nog geen aardbeving plaatsvonden, bij tekening 4 wel.
Slide 20 - Slide
Leerdoelen
Als je klaar bent met deze paragraaf dan begrijp je hoe en waar aardbevingen ontstaan.
Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je aangeven wat de gevolgen zijn van aardbevingen in verschillende gebieden.
Als je klaar bent met deze paragraaf dan weet je wat een aardbeving is.