This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom terug
Slide 1 - Slide
Programma
Fijne vakantie gehad?
Hoe ging de leestoets?
Slide 2 - Slide
Werkwoordsvorm en -tijd
Slide 3 - Slide
nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl
Slide 4 - Link
Schrijf de pvtt ALTIJD goed
Vervang het werkoord in de zin door ‘lopen’ Wat gebeurd/gebeurt hier eigenlijk? Hoe word/wordt je professioneel hockeyer? Jij vind/vindt dat toch ook leuk?
Wat is hier in vredesnaam gebeurd/gebeurt?
Slide 5 - Slide
Oefening
Vul de juiste werkwoordsvorm in
Slide 6 - Slide
Toen ik de kraan opende, ... (spuiten) het water eruit.
Slide 7 - Open question
Ik heb in mijn vinger gesneden en nu ... (bloeden) het hevig.
Slide 8 - Open question
Je kunt je vinger ... (opsteken) als je een vraag hebt.
Slide 9 - Open question
Kun jij zien wat daar precies ... (gebeuren)?
Slide 10 - Open question
... (worden) je ook zo gek van al dat geroezemoes?
Slide 11 - Open question
Gisteren ... (schrobben) de schoonmaker de vloer.
Slide 12 - Open question
... (zeuren) toch niet zo!
Slide 13 - Open question
Als de laatste letter van de stam in 't ex fokschaap zit, krijgt de pvvt ...
A
de(n)
B
te(n)
Slide 14 - Quiz
'Vergeten' is een...?
A
infinitief
B
bijvoeglijk naamwoord
C
1e, 2e, 3e pers. mv pvtt
D
voltooid deelwoord
Slide 15 - Quiz
Als de stam van een ww op een 't' eindigt, krijgt de pvvt...
A
-te(n)
B
-e(n)
Slide 16 - Quiz
Benoem de werkwoordsvorm
veranderd
miste
wordt
wees
voeren
gebeurt
Maak met elke vorm een zin.
Slide 17 - Slide
Ik ken de regels voor het spellen van de pvtt en pvvt goed.