Neem je werkbladen erbij en noteer op de linkerpagina.
1 / 52
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisSecundair onderwijs
This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Deel 3 in de cursus
Neem je werkbladen erbij en noteer op de linkerpagina.
Slide 1 - Slide
Hfst. 3: De Reformatie
Slide 2 - Slide
Lesdoelen=je weet aan het einde van de les...
wat de Reformatieis
wat oorzakenvan de Reformatie zijn
wie Luther en Calvijn zijn?
wat het Lutheranisme is
welke andere stromingen er zijn binnen het protestantisme
Slide 3 - Slide
bovendien...
kan je aan het einde van deze presentatie uitleggen wat de Reformatie is, en welke gevolgen die had voor de Kerk én voor de inwoners van Europa.
Slide 4 - Slide
De twee volgende slides geven je informatie over de Rooms-katholieke Kerk die tot je algemene kennis zou moeten horen.
Voor alle zekerheid vind je de elementen hier nog eens samengevat.
introductie
Slide 5 - Slide
katholieke kerk (1)
is een Christelijke kerk
staat onder leiding van de paus in Rome (vandaar ook wel: Rooms-KatholiekeKerk)
is hiërarchisch d.w.z. er is een duidelijke leider en indeling van macht (piramidestructuur)
de kerkdienst en de Bijbel waren in het Latijn
Slide 6 - Slide
katholieke kerk (2)
er staan beelden in de kerk
deze beelden (van bijvoorbeeld heiligen) worden soms ook vereerd
soms zijn er ook relieken (overblijfselen van heiligen) die worden vereerd
er zijn magische handelingen en rituelen, zoals: wijn/bloed en brood/lichaam
Slide 7 - Slide
Reformatie = Hervorming
Rond 1500 wilden mensen de kerk opnieuw vormgeven.
Ze waren het oneens met de macht en gebruiken van de kerk.
Dit noemt men de 'Reformatie of Hervorming'
Aanhangers van dit protestantisme zijn de protestanten.
Slide 8 - Slide
Maarten Luther
Maarten Luther was een Duitse monnik rond 1500.
Op een dag ging hij op bedevaart naar Rome.
Daar zag hij dingen van de kerk waar hij het niet mee eens was.
Slide 9 - Slide
Filmpje
Luther gaat op bedevaart naar Rome
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
0
Slide 12 - Video
Welke misstanden ziet Luther?
Slide 13 - Mind map
Filmpje
Handel in Aflaten
Slide 14 - Slide
0
Slide 15 - Video
Wat is er volgens Luther verkeerd aan de aflaten?
Slide 16 - Open question
Filmpje
1517: de 95 stellingen van Luther
Slide 17 - Slide
0
Slide 18 - Video
Waarom heeft Luther succes?
Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
Slide 19 - Slide
Waarom heeft Luther succes?
De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
Luther verkondigt dat 'geloven alleen' volstaat, extra goede daden of geld geven is niet nodig om in de hemel te komen. Aflaten zijn overbodig, Luther durft dat zeggen.
Hij vindt ook dat elke mens zelf de Bijbel mag lezen en dat priesters dus eigenlijk niet nodig zijn om mensen te zeggen wat ze wel en niet mogen.
Slide 20 - Slide
Lutheranisme
Luther wordt vervolgd door de paus, maar krijgt ook aanhangers
Slide 21 - Slide
Gevolgen van de reformatie
Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken. (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk
De protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan.
Vervolging van protestanten (ketters)
Slide 22 - Slide
Herhaling: Reformatie (1)
Betekent hervorming, in dit geval hervorming van de katholieke kerk.
Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw.
Slide 23 - Slide
Reformatie (2)
Protesteert tegen de macht en rijkdom van de Kerk (o.a. door aflaten), tegen het gedrag van de geestelijken en de aanpak van de inquisitie.
Belangrijke hervormers zijn: Luther, en Calvijn (en andere).jn
Slide 24 - Slide
Maarten Luther (1483-1546),Duitse monnink die grote moeite had met de aflaten en levensstijl van de geestelijken. Veel aanhangers in Duitsland.
Johannes Calvijn (1509-1564) Zwitserse hervormer die vond dat beelden niet in de Kerk thuishoorden.
Veel aanhangers in Nederland
Slide 25 - Slide
protestantse kerk
christelijke kerk
geen duidelijke leider
kerkdienst en de Bijbel zijn in de volkstaal
geen beelden en/of verering van heiligen en relieken
soberheid staat voorop
Slide 26 - Slide
Hoewel er grote en kleine verschillen zijn...
...horen beide kerken bij de christelijke godsdienst
Slide 27 - Slide
De ingesproken toelichting helpt je om de rechterpagina in je werkboek in te vullen.
p. 1 e.v. in je werkboek
Slide 28 - Slide
Cursus p. 3: Neem je atlas
a. Zoek een kaart over de godsdienstige situatie in de nieuwe tijd
Slide 29 - Slide
Noteer het kaartnummer
Slide 30 - Open question
cursus p. 3
a. Bekijk op de kaart hoe de verspreiding is van
-de Rooms-katholieken
-de lutheranen
-de calvinisten
b. Het antwoord vind je op één van de vorige slides
Slide 31 - Slide
kaart 147: de grote godsdiensten in de 20ste eeuw
Je merkt dat een groot deel van West-Europa blijkbaar Rooms-katholiek gebleven is.
Je merkt ook dat het protestantisme na 1517 ook is blijven voortbestaan.
(vraagje c)
Slide 32 - Slide
Wat weet je al over de Reformatie?
Niet gokken, eerst nadenken.
Slide 33 - Slide
protestantse kerk of katholieke kerk?
Verering van heiligen
A
protestantse kerk
B
katholieke kerk
Slide 34 - Quiz
protestantse kerk of katholieke kerk?
Sobere handelingen
A
protestantse kerk
B
katholieke kerk
Slide 35 - Quiz
protestantse kerk of katholieke kerk?
Verering van relieken
A
protestantse kerk
B
katholieke kerk
Slide 36 - Quiz
protestantse kerk of katholieke kerk?
De Paus is de leider
A
protestantse kerk
B
katholieke kerk
Slide 37 - Quiz
Welke van de stellingen is juist?
1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een nieuwe Kerk beginnen. 2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn ideeën en bijsturen.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 38 - Quiz
Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen gaven geld in de hoop naar de hemel te gaan.
Slide 39 - Quiz
Kruis de juiste zin aan.
A
In het huidige Engeland zijn er meer Lutheranen dan andere gereformeerden.
B
Calvijn heeft in Nederland meer aanhangers dan Luther.
C
Luther en Calvijn waren Duitsers.
D
De paus was het eens met de ideeën van Calvijn.
Slide 40 - Quiz
Welke 2 uitspraken zijn juist?
A
Luther vond dat je eigenlijk de paus helemaal niet nodig had om in de hemel te komen
B
Luther dacht dat een plek in de hemel te koop was.
C
Luther wilde dat de kerk meer priesters in dienst nam.
D
Luther vond dat iedereen de Bijbel moest lezen.
Slide 41 - Quiz
Tetzel handelt in brieven die mensen kunnen kopen zodat hun zonden vergeven zijn. Hoe worden die brieven genoemd?
Slide 42 - Open question
In welke twee grote groepen raakte het christendom door de Reformatie verdeeld?
A
gereformeerden en hervormden
B
calvinisten en christenen
C
katholieken en rooms-katholieken
D
protestanten en katholieken.
Slide 43 - Quiz
Wat is een kenmerk van protestantse kerken in Nederland?
A
heiligenbeelden in nissen
B
biechthokjes
C
witte muren en geen versiering
D
veel schilderijen aan de muur
Slide 44 - Quiz
let op: volgende 2 slides horen samen
Op de volgende slide lees je de kenmerken, op slide 2 moet je de kenmerken naar de juiste kerk slepen. De tekst is daar niet altijd duidelijk, vandaar de eerst slide.
Slide 45 - Slide
Welk kenmerk hoort bij welke Kerk?
Een aflaat kan je redden
Alleen de Bijbel is waarheid
Aflaten zijn onzin
De Bijbel en de paus zijn waarheid
De priester moet de Bijbel uitleggen
Iedereen moet zelf de Bijbel lezen
Heiligen moeten vereerd worden
Heiligen zijn onzin
Een kerk moet mooi versierd zijn
Een kerk moet sober zijn
Slide 46 - Drag question
Katholiek
Protestant
Een aflaat kan je redden
Alleen de Bijbel is waarheid
Aflaten zijn onzin
De Bijbel en de paus zijn waarheid
De priester moet de Bijbel uitleggen
Iedereen moet zelf de Bijbel lezen
Heiligen moeten vereerd worden
Heiligen zijn onzin
Een kerk moet mooi versierd zijn
Een kerk moet sober zijn
Slide 47 - Drag question
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 48 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.