This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoe gaat het vandaag met jullie?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Kletspraat
Als je één ding aan jezelf kon veranderen, wat zou je dan veranderen?
Slide 3 - Open question
EHBO heeft een aantal doelen. Benoem de doelen van EHBO.
Slide 4 - Open question
Tijdens het verlenen van eerste hulp werk je volgens een aantal regels. Benoem de regels waar je je aan moet houden als je EHBO verleent.
Slide 5 - Open question
Welke lichaamsfuncties worden tijdens een SPAR-onderzoek onderzocht?
Slide 6 - Open question
Tijdens een SPAR-onderzoek bij een kat valt je op dat de slijmvliezen van het dier blauw zijn verkleurd. Wat betekent dit?
Slide 7 - Open question
Wat is de normale ademhalingsfrequentie van een hond?
A
8 tot 14
B
10 tot 30
C
20 tot 40
D
35 tot 65
Slide 8 - Quiz
Tijdens een SPAR-onderzoek bij een hond valt je op dat het dier te langzaam ademhaalt. Wat zou het dier mogelijk kunnen hebben?
Slide 9 - Open question
Wat is de normale polsfrequentie van een kat?
A
28 tot 40
B
60 tot 120
C
120 tot 180
D
200 tot 300
Slide 10 - Quiz
Een kat is aangereden door een auto. Na het uitvoeren van een SPAR-onderzoek blijkt dat de CRT langer duurt dan 2 seconden. Wat zou dit dier mogelijk kunnen hebben?
Slide 11 - Open question
Een hond is van een balkon afgevallen en het dier ligt op de grond. Leg uit hoe je kan bepalen of het dier nog leeft of dood is.
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Een gewond dier moet vervoerd worden naar de dierenarts. Beschrijf hoe je het dier gaat voorbereiden op transport.
Slide 15 - Open question
Je bent een gewond dier in een auto aan het vervoeren naar de dierenarts. Beschrijf waar je op let tijdens het transport.
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Leg uit wat fixeren is.
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Leg uit waarom het onverstandig is om dieren met een korte neus, zoals een Pers, te fixeren door ze in het nekvel of achter de oren vast te pakken.
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
Geef minstens 3 voorbeelden van dwangmiddelen die je kan gebruiken om dieren te fixeren.
Slide 25 - Open question
Benoem enkele nadelen van het gebruik van dwangmiddelen.
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Slide
Bij het verlenen van eerste hulp leg je altijd een snuitbandje aan om te voorkomen dat het dier je bijt. In welk geval leg je echter geen snuitbandje aan? Leg uit.