Examentraining - blok 1

Inloggen graag!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Inloggen graag!

Slide 1 - Slide

Programma van vandaag
Algemene examentips                                                                                  (10 minuten)
Hard op lezen van examentekst/lezen in drie rondes                    (20 minuten)
Gezamenlijk maken van een aantal examenvragen                        (30 minuten)
Bespreken van een aantal examenvragen                                           (30 minuten)

Slide 2 - Slide

Wat wordt er getoetst tijdens het examen?
- Onthoud wat er getoetst wordt!

Begrip van de tekst en begrip van de vraag. 

Slide 3 - Slide

Wat wordt er getoetst tijdens
het examen Nederlands?

Slide 4 - Mind map

Inhoud examen
Hoofd- en bijzaken scheiden
Verbanden leggen 
Interpreteren
Selecteren en rangschikken
Argumentatie doorzien en beoordelen
Samenvatten
Bedoeling of gevoelens van de auteur doorzien



Slide 5 - Slide

TEKSTbegrip
- Lees in drie rondes om de tekst te BEGRIJPEN.
- Arceer en schrijf in de tekst en de vragen voor meer BEGRIP.
- Het antwoord staat IN de TEKST, meestal vlak achter het uitgekozen tekstgedeelte. Blijf zo dicht mogelijk bij de tekst bij het geven van je antwoord.

Slide 6 - Slide

TEKSTbegrip TONEN
- Geef antwoord in enkelvoudige, korte zinnen. 
- Herhaal de vraag in je antwoord.
- Noteer waar nodig het woordtotaal achter het antwoord.
- Een citaat schrijf je tussen aanhalingstekens ("..."). Noteer het regelnummer achter het citaat.
- Schrijf opsommingen of verschillende onderdelen onder elkaar en nummer ze.
- Lees goed of je in hele zinnen moet antwoorden.
- Je mag altijd delen uit de tekst overnemen, tenzij er staat dat je in eigen woorden moet antwoorden.
- Check na het beantwoorden van de vraag of je ook daadwerkelijk hebt gedaan wat er van je wordt gevraagd.

Slide 7 - Slide

Lezen in drie rondes
  1. Scan eerst de tekst 'Het rookbeleid is dodelijk'
  2. Neem daarna de vragen vluchtig door
  3. Lees de tekst helemaal, met de pen in de hand
timer
20:00

Slide 8 - Slide

Maak in tweetallen de volgende examenvragen
Vraag 11 (doorzien van de bedoeling van de auteur)
Vraag 12 (beoordelen van een bewering)
Vraag 13 (gevoel auteur herkennen in woordkeuze)
Vraag 14 (verband leggen tussen informatiedelen in de tekst)
Vraag 15 (hoofd- en bijzaken scheiden, functies herkennen)
Vraag 16 (bedoeling auteur doorzien, functies herkennen)
Vraag 17 (samenvatten, redenering doorzien)
Vraag 20 (bedoeling van de auteur doorzien)
Vraag 22 (bedoeling van de auteur doorzien)
Vraag 23 (samenvatten)
timer
30:00

Slide 9 - Slide

Bespreken van examenvraag 11
Constatering = zien dat er iets gaande is
aanleiding = iets wat gebeurd is of gaat gebeuren zorgt ervoor dat de auteur de tekst gaat schrijven
Introductie = kennis laten maken met een onderwerp/probleem
Voorbeeld = een concrete situatie ter illustratie opvoeren


timer
30:00

Slide 10 - Slide

Bespreken van examenvraag 13
Welk woord = één woord ('leerfabriek')
Welke woordgroep = combinatie van woorden ('een doorgeslagen leerfabriek')
Zin = hoofdletter tot punt ('Dat is in deze vreselijke tijd een ondenkbare gedachte geworden.')
Zinsdeel = een fragment uit een zin ('...een ondenkbare gedachte geworden.') 

Vraag 13
Woord: welk kenmerk moet het woord hebben? Zorgen van de auteurs m.b.t. het onderwerp
Een woord dat je gebruikt om uit te drukken dat iets niet goed gaat of zal gaan.

Slide 11 - Slide

Bespreken van examenvraag 14
Je krijgt een citaat en je moet aan de hand daarvan een verband leggen met eerdere of latere informatie. 

Het antwoord staat vaak in de buurt van het citaat.


Slide 12 - Slide

Bespreken van examenvraag 15
Er worden 3 alinea's gegeven waaruit je informatie moet halen. Je moet dus op zoek naar de hoofdlijn.

Reden: waarom je iets doet of vindt.

Slide 13 - Slide

Bespreken van examenvraag 16
De functie van een zin geeft ook de bedoeling van de auteur weer. Hier: wat wil de auteur met iedere zin bereiken? Lees deze zin ten opzichte van de vorige zin.



Slide 14 - Slide

Bespreken van examenvraag 17
Redenering: het geheel van de argumentatie (stp / arg / sub / tegen)

Hier: redenering van Van den Burg, in alinea 6.

Let op signaalwoorden!


Slide 15 - Slide

Bespreken van examenvraag 20
Tekstdoelen

Activeren / beschouwen / betogen / informeren




Slide 16 - Slide

Bespreken van examenvraag 22
Soort tekst:

pleidooi
oproep
analyse





Slide 17 - Slide

Bespreken van examenvraag 22
Soort tekst:

pleidooi
oproep
analyse





Slide 18 - Slide

Bespreken van examenvraag 23
Hoofdgedachte

vraag je eerst af: waar gaat de tekst over?
Dan stel je de vraag: wat zeggen ze daar dan over?
Kijk dan pas naar de antwoordmogelijkheden



Slide 19 - Slide