What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord extra oefenen
doel:
Ik leer wat een bijvoeglijk en een zelfstandig naamwoord is.
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 6
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
doel:
Ik leer wat een bijvoeglijk en een zelfstandig naamwoord is.
Slide 1 - Slide
Het zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een mens, dier, ding, naam, (gevoel).
Je kan er "de-het-een" voorzetten.
Meervoud/enkelvoud
verkleinen/vergroten.
Slide 2 - Slide
Voorbeelden
- de jongen
- een stoel
- een ketting
- het konijn
- Steijn
- het verdriet.
Slide 3 - Slide
Wat is het zelfstandig naamwoord?
De grote hond is aan het blaffen.
A
zilveren
B
armband
C
De
D
mooi
Slide 4 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
De bruine boterham eet ik op.
A
boterham
B
bruine
C
ik
D
De
Slide 5 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
De grote vrachtwagen rijdt te snel.
A
grote
B
vrachtwagen
C
De
D
rijdt
Slide 6 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Het bronzen beeld is net onthuld
A
beeld
B
bronzen
C
net
D
onthuld
Slide 7 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
De lieve jongen lachte verlegen.
A
De
B
verlegen
C
lieve
D
jongen
Slide 8 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Jij krijgt een nieuwe fiets.
A
Jij
B
krijgt
C
nieuwe
D
fiets
Slide 9 - Quiz
Ik weet wat een zelfstandig naamwoord is.
Dat weet ik en kan ik uitleggen
Dat weet ik nog niet
Slide 10 - Poll
Het bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoorden vertellen iets over een zelfstandig naamwoord.
Slide 11 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan.
Voorbeeld:
- de
grote
auto
- een
makkelijke
opdracht
-
een
lieve
hond
- het
aardige
meisje
Slide 12 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De zilveren armband zit om mijn pols.
A
zilveren
B
armband
C
De
D
pols
Slide 13 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De bruine boterham eet ik op.
A
boterham
B
bruine
C
staat er niet bij
D
De
Slide 14 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De grote vrachtwagen rijdt over de weg.
A
grote
B
vrachtwagen
C
De
D
rijdt
Slide 15 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Het bronzen beeld staat in het park.
A
beeld
B
bronzen
C
park
D
Het
Slide 16 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De lieve jongen gaf een roos.
A
De
B
jongen
C
lieve
D
roos
Slide 17 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Jij krijgt een nieuwe fiets.
A
Jij
B
krijgt
C
nieuwe
D
fiets
Slide 18 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Zoë draagt een mooi jasje.
A
Zoë
B
mooi
C
jasje
D
zit er niet in
Slide 19 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Ties bouwt een toren.
A
bouwt
B
hoge
C
zit er niet in
D
toren
Slide 20 - Quiz
Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.
Dat weet ik en kan ik uitleggen
Dat weet ik nog niet
Slide 21 - Poll
GOED GEOEFEND!!!!
Slide 22 - Slide
More lessons like this
Zelfstandig naamwoord groep 4-5
September 2023
- Lesson with
13 slides
Taal
Basisschool
Groep 4,5
Zelfstandig naamwoord groep 4-5
March 2024
- Lesson with
13 slides
Taal
Basisschool
Groep 4,5
Zelfstandig naamwoord groep 4-5
March 2024
- Lesson with
13 slides
Taal
Basisschool
Groep 4,5
Zelfstandig naamwoord groep 4-5
April 2024
- Lesson with
13 slides
Taal
Basisschool
Groep 4,5
TA6 8.2.9 (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord
March 2024
- Lesson with
19 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord extra oefenen 2
9 days ago
- Lesson with
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
TA6 8.1.4 (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord
April 2022
- Lesson with
19 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Taal - bijvoeglijk naamwoord
October 2023
- Lesson with
16 slides
Taal
Basisschool
Groep 6