Er zijn goede eigenschappen en minder goede eigenschappen.
Slide 6 - Slide
Opdracht 1:
Maak in je map voor jezelf een lijstje met 5 goede en 5 minder goede eigenschappen.
Minder goede eigenschappen kan je ook zien als verbeterpunten.
Voorbeeld: Je komt elke week wel een keer te laat op school. Dit kan je natuurlijk verbeteren door bijvoorbeeld je wekker eerder te zetten of vroeger van huis te gaan.
Slide 7 - Slide
Opdracht 2:
In kaart brengen wat jouw goede eigenschappen zijn.
Kun je je gebeurtenissen herinneren, waarbij je activiteiten deed waaraan je plezier beleefde?
Slide 8 - Slide
Opdracht 3:
Maak op het werkblad de opdrachten 1 t/m 4.
Slide 9 - Slide
afsluiting
Heeft de opdracht geholpen bij het krijgen van inzicht in jouw eigenschappen?