Hoofdstuk 2 Aanpassingspolitiek en veranderende opvattingen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen de crisis van de jaren 30 had voor de armenzorg
Slide 3 - Slide
In de vorige les
--> Beurskrach --> 1929 (aandelen minder waard, werkeloosheid, bedrijven failliet, Sloeg over aan Europa
--> Werkeloosheid NL --> Beperkte groep (steunuitkering), werkverschaffingsprojecten (afsluitdijk)
Slide 4 - Slide
De werkomstandigheden bij de werkverschaffingsprojecten waren slecht. Geef hiervan twee voorbeelden
Slide 5 - Open question
Lees het verhaal van Abel Zijlstra uit de bron. Uit welke zin blijkt dat de crisis iedereen trof?
Slide 6 - Open question
Ook bij het Armenbestuur werd streng gecontroleerd of mensen het geld wel echt nodig hadden. Noem twee voorbeelden uit de bron waaruit dat blijkt.
Slide 7 - Open question
Aanpassingspolitiek
De overheid vond dat de crisis moest ‘worden uitgeziekt’.
Er waren minder inkomsten, dus kon er ook minder worden uitgegeven.
• Dit heet de aanpassingspolitiek: Nederland moest zich aanpassen aan de crisis.
Slide 8 - Slide
Aanpassingspolitiek
Zo werd er bezuinigd en gingen lonen en uitkeringen omlaag.
De overheid hoopte dat hierdoor de Nederlandse producten goedkoper zouden worden, wat goed zou zijn voor de export.
Het werkte slecht: Nederland bleef achter doordat de overheid de waarde van de munt niet verlaagde (andere landen deden dit wel).
Slide 9 - Slide
Zo ziet Colijn zich graag: de leider die Nederland door de storm (crisis) heen stuurt...
Slide 10 - Slide
...en zo zien sommige Nederlanders hem: als iemand die helemaal niet helpt, maar mensen laat verzuipen!
'Colijn is een zwijn!', zeggen sommige mensen.
Toch is er berusting bij de meeste Nederlanders. Hoewel niet altijd...
Slide 11 - Slide
Jordaanoproer
1934
De verlaging van de steun én de verhoging van de huur zorgen voor rellen in de Amsterdamse wijk De Jordaan. Vijf mensen komen om het leven.
De verlaging blijft. Er verandert maar één ding: de straten krijgen asfalt, zodat er niet meer met stenen kan worden gegooid.
Slide 12 - Slide
Veranderende opvattingen
Steeds meer mensen vonden dat het de taak van de overheid was om ervoor te zorgen dat er werk kwam.
Een van deze groepen waren de sociaaldemocraten (SDAP).
Zij kwamen met het Plan van de Arbeid.
Hierin stond dat de overheid juist geld moest uitgeven om de werkloosheid te bestrijden.
Er waren ook partijen die vonden dat de democratie moest worden afgeschaft om de crisis te bestrijden, zoals in Duitsland door Hitler was gedaan.
In Nederland wilde de NSB dat ook.
Slide 13 - Slide
Welke politicus van de crisisjaren zie je hier afgebeeld?
A
Albert Hahn
B
Hendrik Colijn
C
Johan Thorbecke
D
Samuel van Houten
Slide 14 - Quiz
Kies de juiste woorden
In 1934 brak er een opstand uit in de ______________ wijk de ______________. Mensen waren boos over de verlaging van de ______________. Uiteindelijk moest ______________ de rellen beëindigen. De rellen kostten aan vijf mensen het leven, maar de verlaging van de ______________ bleef. Eén ding veranderde er wel: de straten in de Jordaan werden geasfalteerd, zodat bij een nieuwe opstand de relschoppers niet meer met ______________ naar de politie zouden kunnen gooien.