Unit 4.5 Direct vs Indirect speech

Direct Speech + Indirect Speech
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Direct Speech + Indirect Speech

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Direct speech (directe rede)
=  Als je letterlijk opschrijft wat iemand zegt tussen
Aanhalingstekens

“Were you scared?” 
Dan said: “It is an unbelievable story.”

Slide 4 - Slide

Indirect speech (indirecte rede)
=  Als je omschrijft wat iemand heeft gezegd of gedacht
zonder aanhalingstekens

She asked him if he was scared.
He said that it was an unbelievable story.
She asks if I have a girlfriend.

Slide 5 - Slide

Indirect speech
Let op de vorm van werkwoorden bij indirect speech
Als ‘he asked, she said, he told me’ etc. in de verleden tijd staat, moet de rest van de zin ook in de verleden tijd

She asked if he was scared
He said that it was an unbelievable story

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Practice
Let's practise!!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link