1.2 De atmosfeer: luchtdruk en wind

1.1 De atmosfeer: opbouw en temperatuur
1 / 77
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 77 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.1 De atmosfeer: opbouw en temperatuur

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen van H1.1
1. Uit welke met elkaar samenhangende sferen bestaat het systeem aarde?

2. Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
4. Hoe wordt zonne-energie op aarde herverdeeld?
5. Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?




Slide 2 - Slide

This item has no instructions

1. Uit welke met elkaar samenhangende sferen bestaat het systeem aarde?
 
Daarbij kijk je naar de aarde als een systeem. Het zijn vier met elkaar samenhangende onderdelen.

 hittegolf -> droogte, dus irrigatie -> daling grondwater.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

1. Uit welke met elkaar samenhangende sferen bestaat het systeem aarde?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

1. Uit welke met elkaar samenhangende sferen bestaat het systeem aarde?
De vier sferen beïnvloeden elkaar

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

2. Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
Opbouw 
atmosfeer
Samenstelling atmosfeer
Atmosfeer = Het geheel aan gasvormige stoffen die het vaste en vloeibare deel van de aardkorst omringen. Heet ook dampkring.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

2. Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
Troposfeer (onderste ±10-12 km atmosfeer) bevat 80% van de gassen van de atmosfeer.

In de troposfeer is er een temperatuurafname van ??? graden Celsius per 100 meter stijging.


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

2. Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
Troposfeer (onderste ±10-12 km atmosfeer) bevat 80% van de gassen van de atmosfeer.

In de troposfeer is er een temperatuurafname van 0,6 graden Celsius per 100 meter stijging.

Deze standaardwaarde voor temperatuurafname noem je ook wel de temperatuurgradiënt.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Link

This item has no instructions

Slide 10 - Link

This item has no instructions

1.1 De atmosfeer: opbouw en temperatuur

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen van H1.1
1. Uit welke met elkaar samenhangende sferen bestaat het systeem aarde?

2. Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
4. Hoe wordt zonne-energie op aarde herverdeeld?
5. Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?




Slide 13 - Slide

This item has no instructions


De atmosfeer zorgt voor:
A
De wereldwijde klimaatverandering
B
Dezelfde temperatuur over de hele aarde
C
Een sterkte daling in de temperatuur
D
Het regelen van de temperatuur op aarde

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

De atmosfeer wordt van ... opgewarmd.
A
Bovenaf
B
Onderaf

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

In welke laag van de atmosfeer komt het weer voor?
A
Troposfeer
B
Stratosfeer
C
Mesosfeer
D
Exosfeer

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Bespreken opdracht 1 t/m 4

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
De zon is de belangrijkste energiebron voor het leven op aarde en de motor achter weersverschijnselen.
De hoeveelheid straling die in een bepaald gebied het aardoppervlak opwarmt, is afhankelijk van: 
- de breedteligging 
- de mate waarin een oppervlak het zonlicht weerkaatst (de albedo).

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
Variaties instraling van de zon de mate waarin een oppervlak het zonlicht weerkaatst (de albedo).

Albedo = De mate waarin een oppervlak zonne-energie weerkaatst, uitgedrukt in een percentage.

Wit versus zwart shirt: wie heeft het warmer in de zomer?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
Variaties instraling van de zon de mate waarin een oppervlak het zonlicht weerkaatst (de albedo).


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

3. Oppervlak: Land/zee
  • Water wordt langzamer warm en koud dan land. Dit heeft vier oorzaken:

  1. Het zonlicht kan dieper in het water doordringen dan in het land
  2. Doordat water in beweging is, wordt de warmte beter verdeeld dan op het land
  3. Het kost meer energie om water een graad in temperatuur te laten stijgen dan land
  4. Bij verdamping van water gaat energie uit het water naar de dampkring

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Link

This item has no instructions

4. Hoe wordt zonne-energie op aarde herverdeeld?
Door de bolling van de aarde is er rond de evenaar dus een overschot aan energie. 

De hoeveelheid energie die via de kortgolvige straling van de zon de atmosfeer binnenkomt, is hier groter dan de hoeveelheid energie die via langgolvige straling uit de atmosfeer verdwijnt.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

4. Hoe wordt zonne-energie op aarde herverdeeld?








De energie wordt door de wind en zeestromen verdeeld over de aarde.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

5. Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Weer =

Klimaat =

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

5. Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Weer is zoals de atmosfeer nu of in de aankomende dagen, je kijkt dan naar de temperatuur, neerslag, bewolking, luchtvochtigheid en de wind. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

5. Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Klimaat = is het weer over 
een langere periode (30 jaar)
gemeten. 

Het klimaat van een bepaalde
plaats wordt weergeven in 
een klimaatdiagram  --->

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
De verschillen in temperatuur komen door de volgende temperatuurfactoren:
  • Breedteligging:
Hoe verder van de evenaar, hoe lager de gemiddelde temperatuur.
  • Hoogteligging boven zeeniveau:
Hoe hoger, hoe lager de gemiddelde temperatuur (temperatuurgradiënt).
  • Het soort gebied dat door de zon verwarmd wordt, water of land:
Water warmt langzamer op en koelt langzamer af dan land. 
  • Aanlandige of aflandige wind:
Een ligging aan zee zorgt bij een aanlandige wind in veel gebieden voor een koele wind in de zomer en een (relatief) warme wind in de winter.
  • De aanvoer van warmte of koude door zeestromen:
Zeestromen kunnen warm zeewater uit de tropen naar de poolstreken en koud poolwater naar de tropen voeren.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Stijgingsneerslag:
Hier stijgt lucht door op omdat het opgewarmd (warme lucht stijgt op/koude daalt

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Stuwingsneerslag:
Hier stijgt lucht op doordat die tegen een gebergte botst en omhoog gestuwd wordt.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Frontale neerslag:
Hier stijgt lucht op door het botsen van koude en warme luchtstromen (hierover volgende les meer uitleg bij H1.2). 

Frontale neerslag ontstaat zowel bij een koufront als bij een warmtefront

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Stijgingsneerslag:
Hier stijgt lucht door op omdat het opgewarmd (warme lucht stijgt op/koude daalt
  • Stuwingsneerslag:
Hier stijgt lucht op doordat die tegen een gebergte botst en omhoog gestuwd wordt.
  • Frontale neerslag:
Hier stijgt lucht op door het botsen van koude en warme luchtstromen (hierover volgende les meer uitleg bij H1.2). 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag....

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met temperatuurfactoren? Maak de volgende opdrachten (gebruik een kaart om te de ligging van de plaatsen te bestuderen.

Opdracht 1:
- Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en Lagos op de volgende slide. 
- Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Lagos.
- Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Lagos (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Klimaatdiagram van Amsterdam
Klimaatdiagram van
 Lagos

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met temperatuurfactoren? Maak de volgende opdrachten (gebruik een kaart om te de ligging van de plaatsen te bestuderen.

Opdracht 1:
- Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en Lagos op de volgende slide. 
- Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Lagos.
- Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Lagos (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).

Antwoorden
Beschrijving: De temperatuur in Lagos is het hele jaar door hoger dan in Amsterdam.

Verklaring: Dit komt door de temperatuurfactor ''Breedteligging''. Lagos ligt dichterbij de evenaar dan Amsterdam.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met temperatuurfactoren? Maak de volgende opdrachten (gebruik een kaart om te de ligging van de plaatsen te bestuderen.

Opdracht 2:
- Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en Warschau op de volgende slide. 
- Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Warschau.
- Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Warschau (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Klimaatdiagram van Amsterdam
Klimaatdiagram van
 Warschau

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met temperatuurfactoren? Maak de volgende opdrachten (gebruik een kaart om te de ligging van de plaatsen te bestuderen.

Opdracht 2:
- Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en Warschau op de volgende slide. 
- Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Warschau.
- Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Warschau (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).

Antwoorden
Beschrijving: De temperatuurverschillen tussen winter en zomer zijn in Warschau groter dan in Amsterdam.

Verklaring: Dit komt door de temperatuurfactor ''Aanlandige wind''. Amsterdam ligt een stuk dichterbij zee dan Warschau. Door de aanlandige wind zijn de verschillen tussen de zomer en winter temperaturen in Amsterdam kleiner. 

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met temperatuurfactoren? Maak de volgende opdrachten (gebruik een kaart om te de ligging van de plaatsen te bestuderen.

Opdracht 3:
- Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en La Paz op de volgende slide. 
- Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en La Paz.
- Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en La Paz (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Klimaatdiagram van Amsterdam
Klimaatdiagram van
 La Paz

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met temperatuurfactoren? Maak de volgende opdrachten (gebruik een kaart om te de ligging van de plaatsen te bestuderen.

Opdracht 3:
- Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en La Paz op de volgende slide. 
- Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en La Paz.
- Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en La Paz (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).

Antwoorden
Beschrijving: Hoewel La Paz een stuk dichterbij de evenaar ligt dan Amsterdam, is de temperatuur in La Paz gemiddeld lager. (Niet leren: ook zijn de seizoenen omgedraaid, dat komt door ligging op een ander halfrond)

Verklaring: Dit komt door de temperatuurfactor ''Hoogteligging''. La Paz ligt ruim 3.600 meter hoger dan Amsterdam, hoe hoger hoe kouder.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met het ontstaan van neerslag? 

Opdracht neerslag:
- Bekijk de kaart en de site van de volgende slides. 
 Beschrijf de neerslagverschillen tussen Astoria en Yakima.
- Verklaar de neerslagverschillen tussen Astoria en Yakima. (benoem hierbij welke type neerslag het meest bepalend is).

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Link

This item has no instructions

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met het ontstaan van neerslag? 

Opdracht neerslag:
- Bekijk de kaart en de site van de volgende slides. 
- Beschrijf de neerslagverschillen tussen Astoria en Yakima.
- Verklaar de neerslagverschillen tussen Astoria en Yakima. (benoem hierbij welke type neerslag het meest bepalend is).

Antwoorden
Beschrijving: Bij Astoria valt er jaarlijks meer neerslag dan in Yakima.

Verklaring: Dit komt door het ontstaan van stuwingsneerslag bij Astoria.

Astoria ligt dus aan de loefzijde van het gebergte en Yakima aan de lijzijde / regenschaduw van het gebergte.

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

1.2 De atmosfeer:

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

1.2 De atmosfeer: luchtdruk en wind

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel van H1.2
1. Hoe werkt de mondiale luchtcirculatie?
2. Welk type neerslag valt er vooral in Nederland?






Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Welke uitspraken zijn juist:
1: Warme lucht zet uit en stijgt op.
2: Koude lucht krimpt en daalt.
A
1= juist 2= onjuist
B
1= onjuist 2= juist
C
Beide onjuist
D
Beide juist

Slide 54 - Quiz

This item has no instructions

Welke uitspraken zijn juist:
1: Bij stijgende lucht ontstaat er weinig neerslag.
2: Bij dalende lucht ontstaat er weinig neerslag.
A
1= juist 2= onjuist
B
1= onjuist 2= juist
C
Beide onjuist
D
Beide juist

Slide 55 - Quiz

This item has no instructions

Als warme lucht bij het aardoppervlak stijgt, ontstaat er bij het aardoppervlak een .....
A
lucht tekort
B
lucht overschot
C
hogedrukgebied
D
lagedrukgebied

Slide 56 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor lagedrukgebied?
A
lucht tekort
B
lucht overschot
C
minimum
D
maximum

Slide 57 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor hogedrukgebied?
A
lucht tekort
B
lucht overschot
C
minimum
D
maximum

Slide 58 - Quiz

This item has no instructions

Bij de evenaar vinden we vaak een ...1... en bij de noord/zuidpool vinden we vaak een ...2...
A
1= hogedrukgebied 2= lagedrukgebied
B
1= maximum 2= minimum
C
1= lagedrukgebied 2= hogedrukgebied
D
1= minimum 2= maximum

Slide 59 - Quiz

This item has no instructions

Wind ontstaat als lucht van een ...1... naar een ...2... beweegt.
A
1= maximum 2= minimum
B
1= minimum 2= maximum
C
1= hogedrukgebied 2= lagedrukgebied
D
1= lagedrukgebied 2= hogedrukgebied

Slide 60 - Quiz

This item has no instructions

''Wind ontstaat als lucht van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied beweegt.'' is onderdeel van de Wet van ....?...

Slide 61 - Open question

This item has no instructions

Verder staat in de Wet van Buys Ballot dat ''de wind op het noordelijk halfrond een afwijking naar ...1... heeft en op het zuidelijk halfrond een afwijking naar ...2... heeft.
A
1= links 2= rechts
B
1= rechts 2= links
C
1= links 2= links
D
De wind heeft geen afwijking

Slide 62 - Quiz

This item has no instructions

Slide 63 - Video

This item has no instructions

1. Hoe werkt de mondiale luchtcirculatie?
  • Hogedrukgebied:
    - teveel aan lucht
    - lucht stroomt weg
    - aanvulling door dalende lucht
    - helder weer

  • Lagedrukgebied:
    - tekort aan lucht
    - lucht stroomt toe
    - lucht stijgt op
    - bewolkt, regenachtig weer


Door verschillen in luchtdruk wordt lucht verplaatst. De verplaatsing van lucht noemen we de wind (dus hoe groter de verschillen, hoe harder de wind waait).

Slide 64 - Slide

Beschrijving:
Hogedrukgebieden gaan gepaard met dalende luchtbewegingen, terwijl bij lagedrukgebieden de lucht stijgt. Hierdoor ontstaat er respectievelijk een overschot en tekort aan lucht. Bij lagedrukgebieden is sprake van stijgende lucht en daarmee vorming van wolken, buien en regengebieden. Onbestendig weer dus. Bij hogedrukgebieden is sprake van dalende luchtbeweging, uitdroging van lucht en vaak weinig wolken.
1. Hoe werkt de mondiale luchtcirculatie?
Buys Ballot (1817 - 1890)

  • Nederlandse meteoroloog en oprichter van het KNMI

  • Wereldberoemd doordat hij het verband tussen wind en luchtdruk aantoonde.



Slide 65 - Slide

This item has no instructions

1. Hoe werkt de mondiale luchtcirculatie?

Wet van Buys Ballot:
''Sta je met je rug in de wind op het Noordelijk Halfrond dan heb je het lagedrukgebied links en het hogedrukgebied rechts.''

Slide 66 - Slide

This item has no instructions

Wet van Buys Ballot bestaat uit 2 delen:
1: Wind ontstaat door verschillen in luchtdruk. 
-> Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.
2: Door de draaiing van de aarde krijgt de wind krijgt een afwijking (corioliseffect) naar: 
- rechts op het noordelijk halfrond
- links op het zuidelijk halfrond

Wet van Buys Ballot bestaat uit 2 delen:
1: Wind ontstaat door verschillen in luchtdruk.
-> Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Wet van Buys Ballot bestaat uit 2 delen:
1: Wind ontstaat door verschillen in luchtdruk. 
-> Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.
2: Door de draaiing van de aarde krijgt de wind krijgt een afwijking (corioliseffect) naar: 
- rechts op het noordelijk halfrond
- links op het zuidelijk halfrond

Wet van Buys Ballot bestaat uit 2 delen:
1: Wind ontstaat door verschillen in luchtdruk.
-> Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.

2: Door de draaiing van de aarde krijgt de wind een afwijking (corioliseffect) naar:
- rechts op het noordelijk halfrond
- links op het zuidelijk halfrond

Slide 69 - Slide

This item has no instructions

Slide 70 - Link

This item has no instructions

Slide 71 - Slide

This item has no instructions

2. Welk type neerslag valt er vooral in Nederland?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:

Slide 72 - Slide

This item has no instructions

2. Welk type neerslag valt er vooral in Nederland?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Stijgingsneerslag:
Hier stijgt lucht door op omdat het opgewarmd (warme lucht stijgt op/koude daalt

Komt stijgingsneerslag voor in Nederland?
Nee, dit komt voor rond de evenaar. In Nederland is de lucht te koud..

Slide 73 - Slide

This item has no instructions

2. Welk type neerslag valt er vooral in Nederland?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Stuwingsneerslag:
Hier stijgt lucht op doordat die tegen een gebergte botst en omhoog gestuwd wordt.

Komt stuwingsneerslag voor in Nederland?
Nee, dit komt bijna niet voor in Nederland. Nederland is over het algemeen te vlak voor stuwingsneerslag.

Slide 74 - Slide

This item has no instructions

2. Welk type neerslag valt er vooral in Nederland?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Frontale neerslag:
Hier stijgt lucht op door het botsen van koude en warme luchtstromen 

Frontale neerslag ontstaat zowel bij een koufront als bij een warmtefront
Komt frontale neerslag voor in Nederland?
Jazeker. 

Slide 75 - Slide

This item has no instructions

2. Welk type neerslag valt er vooral in Nederland?
Ontstaan frontale neerslag in Nederland:
1. Koude lucht van de noordpool botst rond 60⁰ N.B. op warmere lucht die vanaf 30⁰ N.B. waait.
2. De warme, lichtere lucht beweegt omhoog (koude lucht is zwaarder), daar ontstaat een front met frontale neerslag.



Slide 76 - Slide

This item has no instructions

zelfstandig aan de slag
Kijk eerst 1.1 na (magister ELO studiewijzer nakijkboekje)
1.2: maak 1 t/m 4

Slide 77 - Slide

This item has no instructions