RECAP- word order

Word order
grammar
    RECAP
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Word order
grammar
    RECAP

Slide 1 - Slide

Woordvolgorde + bijwoorden van frequentie

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
Keith used to watch television in his room at bedtime.
Wie    -       doet       -      wat     -   waar    -     wanneer.

Slide 7 - Slide

Let op: de kleinere eenheid komt altijd eerst:
Keith used to watch television in the basement at his house.
Helen  arrived  at her appartment  at ten o'clock  yesterday evening

Slide 8 - Slide

Bijwoorden van Frequentie
woorden die aangeven hoe vaak je iets doet

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Waar staan deze woorden in een zin?

Slide 11 - Slide

De bijwoorden van frequentie 
(bv. always, usually, regurlarly, sometimes, rarely, seldom, never) staan voor het werkwoord.

Behalve .............

Slide 12 - Slide

Bij de werkwoorden :
Am/ are/ is/ was / were zetten 
we het bijwoord van frequentie 
achter het werkwoord

He is never late
She was always happy

Slide 13 - Slide

én na het eerste hulpwerkwoord 
(hulpwerkwoorden: will, shall, would, should, must, can, could, may, might, have)
He will always take the blame.
She should never haven taken the bus.

Slide 14 - Slide