TEKENMAP JR 2. (alle niveaus)

KLASSENREGELS KUNST
  • HOUD DE TAFELS, HET MATERIAAL EN HET LOKAAL NETJES EN SCHOON
  • BIJ DE STARTOPDRACHT IS HET HELEMAAL STIL
  • ER WORDT RUSTIG GEWERKT EN ER MAG RUSTIG GEPRAAT WORDEN
  • ER WORDT NIET GEROEPEN OF GESCHREEUWD
  • JE BLIJFT OP JE EIGEN PLEK ZITTEN
  • JE GAAT NIET MET DE DOCENT IN DISCUSSIE (OVER DE PLEK WAAR JE MOET ZITTEN)
  • ALS JE JE NIET AAN DE AFSPRAKEN HOUDT, ZIT DAAR EEN CONSEQUENTIE AAN VAST.
    1E WAARSCHUWING = EEN WAARSCHUWING
    2E WAARSCHUWING = JE GAAT APART ZITTEN.
    3E WAARSCHUWING = WORD JE ERUIT GESTUURD (BLAUWE BRIEF of OP DE TRAP).
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

KLASSENREGELS KUNST
  • HOUD DE TAFELS, HET MATERIAAL EN HET LOKAAL NETJES EN SCHOON
  • BIJ DE STARTOPDRACHT IS HET HELEMAAL STIL
  • ER WORDT RUSTIG GEWERKT EN ER MAG RUSTIG GEPRAAT WORDEN
  • ER WORDT NIET GEROEPEN OF GESCHREEUWD
  • JE BLIJFT OP JE EIGEN PLEK ZITTEN
  • JE GAAT NIET MET DE DOCENT IN DISCUSSIE (OVER DE PLEK WAAR JE MOET ZITTEN)
  • ALS JE JE NIET AAN DE AFSPRAKEN HOUDT, ZIT DAAR EEN CONSEQUENTIE AAN VAST.
    1E WAARSCHUWING = EEN WAARSCHUWING
    2E WAARSCHUWING = JE GAAT APART ZITTEN.
    3E WAARSCHUWING = WORD JE ERUIT GESTUURD (BLAUWE BRIEF of OP DE TRAP).

Slide 1 - Slide

TEKENMAP

Slide 2 - Slide

1. Aan het begin van de les ga je met je tekenetui op je plek zitten.

2. Je wacht rustig totdat de startopdracht begint. We werken 10 minuten in stilte aan de startopdracht.
Na de startopdracht pak je pas je DUMMY.

3. Bij de opstart vertelt de docent wat we gaan doen deze les en wat er verwacht wordt van jou. 
Als de docent aan het woord is ben jij stil, anders is er een consequentie.



4. 
 OPDRACHT: TEKENMAP

  • OPSTART

  • STARTOPDRACHT
  • ZELFSTANDIG WERKEN

  • THEORIE (of UITLEG)
  •  OPRUIMEN

    LAAT HET LOKAAL EN JE WERKPLEK NETJES ACHTER!

Slide 3 - Slide


WAT IK VAN JULLIE VERWACHT:
  1. GEEN TELEFOON IN HET LOKAAL;
     -GEBRUIK JE LAPTOP ALS JE DINGEN MOET OPZOEKEN.
     
  2. ALS DE DOCENT AAN HET WOORD IS BEN JIJ STIL, WIL IK JE GEZICHT
    KUNNEN ZIEN EN MAAK JE JE HANDEN LEEG.
    -IK VERWACHT VAN JOU DAT JE ZELF DE VERANTWOORDELIJKHEID NEEMT OM JE 
      DAARAAN TE HOUDEN EN DAT IK JE NIET HOEF TE WAARSCHUWEN.

  • ALS JE JE NIET AAN DE AFSPRAKEN HOUDT, ZIT DAAR EEN CONSEQUENTIE AAN VAST.

  • ALS JULLIE JE ALS KLAS NIET AAN DE AFSPRAKEN KUNNEN HOUDEN GA IK OVER OP EEN   PLATTEGROND VOOR DE REST VAN HET JAAR.    
     
  4. ER MAG GEZELLIG GEKLETST WORDEN TIJDENS KUNST, MAAR ER WORDT GEEN OVERLAST GEMAAKT EN JE GAAT GEWOON RUSTIG AAN HET WERK.
AFSPRAKEN 

Slide 4 - Slide

    NAAM

Slide 5 - Slide

KUNST
  3-dimensionaal                            reliëf                         2-dimensionaal

Slide 6 - Slide

(BEELDTAAL & BEELDASPECTEN)
LIJN
VORM
KLEUR
RUIMTE
LICHT
COMPOSITIE / ORDENING
TEKENMAP

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

(Afb. bij hand-out havo-vwo)

Slide 11 - Slide

BEELDTAAL & BEELDASPECTEN
  • Met beeldtaal kan je een verhaal vertellen!
  • Beeldaspecten zijn de onderdelen waaruit een   kunstwerk is opgebouwd.
  • Met de beeldaspecten (de woorden v/d beeldtaal)   kun je bijvoorbeeld een bepaalde emotie, een verhaal, een droom of een idee verbeelden.  Dit is HOE iets is gemaakt... vorm, kleur etc...

Slide 12 - Slide

              KIJK NAAR DE VOLGENDE     
              AFBEELDINGEN:

WELK BEELDASPECT HERKEN JE ?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

BEELDTAAL & BEELDASPECTEN
Om duidelijk te maken wat je wil verbeelden / vertellen, heb je een taal nodig. Bij beeldende kunst heet dat beeldtaal. De woorden van de beeldtaal noem je de beeldaspecten. Lijn, licht, ruimte, kleur, compositie en vorm.

Dit is waar je onder andere over leert bij het vak kunst (tekenen en handvaardigheid).
Je leert zo ook hoe je de wereld om je heen kunt 'ontleden' en verklaren. Je leert om creatief en ''out of the box'' te denken. 

Wat kan je allemaal verbeelden? 
:Gevoel, emotie, idee, inzicht, ontwerp.


Slide 22 - Slide

VORM
KLEUR
LICHT
COMPOSITIE
RUIMTE
LIJN

Slide 23 - Slide

Opdracht tekenmap


1: Trek de hoofvorm over van een bestaande tekenmap. Knip de restvormen er af. Gooi je snippers gelijk weg.
Vouw de zijkanten dicht en het uitstekende deel naar binnen. Vouw het geheel daarna dubbel.
Plak je beeldaspectenportret op de voorkant.
Je tekenmap is nu klaar. Lever deze in en haal een A4 papier met gaatjes.

2: Teken op een los A4 papier met gaatjes eerst rondom een kader van 1 cm met potlood en een lange liniaal.

3: Zet onder en boven een stipje op het midden van de lijn. Verdeel het vlak dan aan de binnenkant in 2 kruizen. Je begint in het midden en trekt lijnen naar de hoeken.






4: Zet 2 lijnen met potlood en liniaal In het middelste vak teken je je naam netjes met liniaal en  in blokletters.

5: Schrijf hierin netjes met blokletters je naam.

6: Schrijf in mooie letters boven het linker bovenvlak het woord VORM. In het volgende vak rechts daarvan: KLEUR..
Naast het meest rechtse vak schrijf je overdwars LICHT. 
Rechts onder schrijf je COMPOSITIE. 
Links onder schrijf je RUIMTE en links aan de zijkant schrijf je ook overdwarS LIJN.




                                      SUCCES!

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Doel van deze opdracht = kennis maken met de beeldaspecten.

Wie kan de beeldaspecten noemen?

En kan je ook uitleggen wat ermee bedoeld wordt?


Slide 27 - Slide

Geometrisch = 
Vormen die met lineaal / passer kunt maken.
Organisch =
Organische vormen zijn vloeiende vormen. Geen hoeken en strakke lijnen in beeld. Als je spreekt van een organische vorm denk je meestal aan de natuur, want in de natuur vind je veel organische vormen.
VORM (2D - 3D)

Slide 28 - Slide

LICHT (+schaduw) 

LICHT: Zonder licht kunnen we niets zien. De dingen worden pas zichtbaar als er licht op valt, dat licht kaatst dan terug in onze ogen, waardoor we zien. 

SCHADUW: Als je het over licht hebt, heb je het ook over schaduw. Als dingen 3D zijn, is er altijd een schaduw als er licht op schijnt. Zo kun je iets er realistisch uit laten zien en ruimtelijk laten lijken op het platte vlak.
Eigen schaduw

Slagschaduw

Slide 29 - Slide

KLEUR
Met kleur kan je o.a. een sfeer/stemming weergeven, iets benadrukken (door contrast) of een signaal afgeven.
SIGNAAL
CONTRAST
SFEER

Slide 30 - Slide

RUIMTE
De manier waarop ruimte gesuggereerd wordt op het platte vlak.
Atmosferisch perspectief (kleurvervaging)
Lijnperspectief + verkleining
Overlapping+ afsnijding
Verkleining
Licht

Slide 31 - Slide

COMPOSITIE / ORDENING
De manier waarop beeldelementen zijn geordend.
Driehoekscompositie
Dynamisch
Symmetrisch

Slide 32 - Slide

LIJN
Iedere tekening begint met een lijn. Maar er zijn heel veel verschillende soorten lijnen en je kunt er van alles mee!

Dikke, dunne, kronkelende, rechte, onderbroken, harde, zachte. 

- arceren
- toon
- textuur
- stofuitdrukking

Slide 33 - Slide

https://elinejansen.wixsite.com/bevo
OPDRACHTEN WEBSITE BEELDENDE VORMING

Slide 34 - Slide