Evaluatie leerdoelen introductie-begrippen-voorlichting-pre-anesthetischonderzoek

Welke 4 onderdelen komen aan bod bij voorlichting over een operatieve ingreep?
A
Hoe de anesthesie uitgevoerd wordt
B
Hoe de ingreep uitgevoerd wordt
C
Wanneer en hoe laat het dier verwacht wordt
D
Voorbereidingen thuis
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
Paraveterinaire vakkenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welke 4 onderdelen komen aan bod bij voorlichting over een operatieve ingreep?
A
Hoe de anesthesie uitgevoerd wordt
B
Hoe de ingreep uitgevoerd wordt
C
Wanneer en hoe laat het dier verwacht wordt
D
Voorbereidingen thuis

Slide 1 - Quiz

Welke voorbereidingen moet een eigenaar doen voor een anesthesie?
A
Evt. laten vasten
B
Uitlaten
C
Ontwormen/Ontvlooien
D
Pootje scheren

Slide 2 - Quiz

Welke diersoorten mogen 12 uur voor de anesthesie niet meer eten?
A
Hond
B
Kat
C
Varken
D
Fret

Slide 3 - Quiz

Deze dieren mogen niet vasten
A
Paarden
B
Reptielen
C
Jonge dieren en suikerpatiënten
D
Vogels, konijnen, knaagdieren

Slide 4 - Quiz

Hoelang van te voren kun je het beste honden en katten ontwormen voor anesthesie?
A
5 dagen
B
5 weken
C
1 week
D
Beter helemaal niet

Slide 5 - Quiz

Hoe kun je zorgen dat je kat voor anesthesie nog plast/poept?

Slide 6 - Open question

Benoem de 4 doelen van algehele anesthesie

Slide 7 - Open question

3 soorten van anesthesie zijn
A
algeheel, lokaal, sedatie
B
algeheel, lokaal, narcose
C
algeheel, injectie , gas
D
algeheel, analgesie, amnesie

Slide 8 - Quiz

Het pre-anesthetisch onderzoek bevat het volgende onderdeel niet
A
Lymfeknopen
B
Slijmvliezen
C
Huid,haar, hoornige structuren
D
Temperatuur

Slide 9 - Quiz

Aanvullend onderzoek kan zijn
A
ECG
B
Echo
C
Rontgen
D
Bloedonderzoek

Slide 10 - Quiz

Het pre-anesthetisch onderzoek begint met
A
Het signalement
B
De NAW gegevens van de eigenaar
C
De algemene indruk
D
De anamnese

Slide 11 - Quiz

Een ernstig ziek dier met levensbedreigend probleem, bijvoorbeeld een hond met een maagtorsie is
A
ASA 2
B
ASA3
C
ASA 4
D
ASA 5

Slide 12 - Quiz

Vanaf ASA 3 val je onder hoog risicopatiënt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Ik vond dit moeilijk
0100

Slide 14 - Poll