This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
§1.3 Sedimentatie
Slide 1 - Slide
Planning
- Herhaling §1.2
- Leerdoelen
- Uitleg
- Huiswerk
Slide 2 - Slide
Sleep de begrippen naar de juiste foto
Hooggebergte
Laagvlakte
Heuvelland
Middelgebergte
Slide 3 - Drag question
Verwering
Erosie
Sedimentatie
Slide 4 - Drag question
Zelfstandig werken
- Zelfstandig lezen paragraaf 1.3
klaar?
- Maak van §1.3 ‘Sedimentatie’ vraag( zie It's learning)
Kies linksboven voor leerroute (alle onderdelen)
timer
15:00
Slide 5 - Slide
Leerdoelen
- Je weet wat verweringsmateriaal en sedimentatie is.
- Je begrijpt hoe het verweringsmateriaal gesorteerd wordt door de stroomsnelheid van een rivier.
- Je kunt beschrijven en verklaren wat er in de boven-, midden- en benedenloop van een rivier gebeurt.
Slide 6 - Slide
REGENDRUPPELS IN DE ALPEN
Slide 7 - Slide
REGENDRUPPELS IN DE ALPEN
De regendruppels in de Alpen maken reizen naar verschillende zeeën.
Een van de reizen begint met een regenbui boven de Zwitserse Alpen bij het Tomameer. Dit meer ligt op 2341 meter hoogte en is de bron van de Rijn.
Via kleine stroompjes en riviertjes komen regendruppels in de Rijn terecht en uiteindelijk na ongeveer 31 dagen en 1230 kilometer in de Noordzee.
Deze regendruppels zien tijdens hun reis hoe drie soorten landschappen ontstaan.
Slide 8 - Slide
De oorsprong van de Rijn: Tomasee, een meer tussen Zweedse bergtoppen (Oberalppas).
Slide 9 - Slide
Bovenloop
"Het begin van de rivier, oftewel het bovenste gedeelte dat meestal in de bergen stroomt."
Slide 10 - Slide
bovenloop
Bovenloop van de rivier
- reliëf (hoogteverschil): hoog
- verweringsmateriaal: rotsen, stenen en grind
- stroomsnelheid: hoog
- veel verwering, veel erosie, weinig sedimentatie
- diepe dalen, steile pieken
De lopen van een rivier
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Middenloop
"Het middelste gedeelte van de rivier, tussen de boven- en benedenloop.
Slide 13 - Slide
VERWERINGSMATERIAAL
SEDIMENTATIE
Het neerleggen van materiaal als de transportsnelheid van water, wind of ijs afneemt.
Materiaal dat door water, wind of ijs is neergelegd noem je sediment.
Slide 14 - Slide
VERWERINGSMATERIAAL
VERWERINGSMATERIAAL
Sedimenten die door verwering los zijn gekomen.
grote bonken, maar hele kleine korreltjes
klei
zand
kleine korrels
grind
kleinere stenen grof (scherpe punten) en bol (ronde vormen)
Hoe snellerhet water stroomt in een rivier, hoe groterde korrels van de sedimenten.
Grind zijn kleine stukken steen. Stukken die net afgebrokkeld zijn (verwering) hebben scherpe punten. Deze stenen botsen met andere stenen. Daardoor worden de scherpe punten afgeschuurd (erosie). Zo ontstaan ronde stenen.
Hoe snellerhet water stroomt in een rivier, hoe meererosie er plaatsvindt.
Slide 15 - Slide
De lopen van een rivier
middenloop
Middenloop van de rivier
- reliëf (hoogteverschil): redelijk/matig
- verweringsmateriaal: zand
- stroomsnelheid: matig
- matige verwering, veel erosie, matige sedimentatie
- overgang van gebergte naar laagland
Slide 16 - Slide
Benedenloop
"Laagste gedeelte van de rivier, net voordat zij in zee stroomt."
Slide 17 - Slide
De lopen van een rivier
benedenloop
Benedenloop van de rivier
- reliëf (hoogteverschil): laag
- verweringsmateriaal: zand en klei
- stroomsnelheid: laag
- lage verwering, lage erosie, veel sedimentatie
- traag stromend water zet licht materiaal af: sedimentatie
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
NL
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
veel erosie
sedimentatie
Slide 20 - Drag question
Wat zie je hier gebeuren?
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Delta
"Een gebied waar de rivier met allerlei aftakkingen in zee uitmondt."
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Duinen
"Door de wind, opgewaaide zandheuvel."
Slide 25 - Slide
Zelfstandig werken
- lezen paragraaf 1.3
klaar?
- Maak van §1.3 ‘Sedimentatie’ vraag( zie It's learning)