Carnavalquiz 2025

1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijsMBOLeerroute 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel

Slide 3 - Quiz


Wat vieren we met carnaval?
A
De laatste kans om nog eens goed los te gaan voor de vastenperiode.
B
De verdrijving van keizer Carnivalus in het Romeinse tijdperk.
C
De viering van de elf apostelen van Jezus.
D
De overwinning van de Spaanse heerser in de 17e eeuw.

Slide 4 - Quiz

Hoe heet Hoeven tijdens Carnaval?
A
Puitenol
B
Peijenland
C
Kielegat
D
Tullepetaonestad

Slide 5 - Quiz


Hoeveel dagen duurt de vastenperiode?
A
20
B
30
C
40
D
50

Slide 6 - Quiz


Welke dag hoort bij carnaval?
A
Aswoensdag
B
Witte donderdag
C
Paarse vrijdag
D
Stille zaterdag

Slide 7 - Quiz

In welke maand wordt het carnavalsseizoen geopend?
A
februari
B
maart
C
juni
D
november

Slide 8 - Quiz

Hoe heet Bergen op Zoom tijdens Carnaval?
A
Puitenol
B
Peijenland
C
Krabbegat
D
Tullepetaonestad

Slide 9 - Quiz

Wat is het gekkengetal?
A
1
B
7
C
11
D
20

Slide 10 - Quiz

Wie is de baas tijdens carnaval?
A
Raad van elf
B
Alle kinderen
C
Prins Carnaval
D
Prinses Carnaval

Slide 11 - Quiz

Hoe heet Roosendaal tijdens Carnaval?
A
Puitenol
B
Peijenland
C
Krabbegat
D
Tullepetaonestad

Slide 12 - Quiz

Op welke dag is carnaval afgelopen?
A
zondag
B
dinsdag
C
maandag
D
woensdag

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je de woensdag na carnaval?
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag
D
Waswoensdag

Slide 14 - Quiz

Vanuit welk geloof is carnaval ontstaan?
A
Protestantse geloof
B
Katholieke geloof
C
Hindoeïsme
D
Islam

Slide 15 - Quiz

Van wie is deze carnaval hit?
A
Fabrizio
B
Peter Selie
C
Jan Biggel
D
Berk Music

Slide 16 - Quiz

Wat zijn carnavalkrakers?
A
Dan wordt er gekraakt bij carnaval.
B
Liedjes die je heel veel hoort tijdens carnaval.
C
Dan hoor je je botten kraken als je danst.
D
Alle bovengenoemde antwoorden

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide


Wat zeg je bij deze carnavalsgroet?

Slide 19 - Open question

Welke twee provincies vieren de meeste mensen karnaval?
A
Zeeland en Limburg
B
Limburg en Noord-Brabant
C
Zeeland en Noord-Brabant
D
Gelderland en Noord-Brabant

Slide 20 - Quiz

The end: ALAAAAAFFFF!

Slide 21 - Slide