Les 5

Wat gaan we doen?

Les 1.       Onderdelen van het skelet
Les 2.      Been en kraakbeen
Les 3.      Gewrichten en beenverbindingen
Les 4.      Spieren
Les 5.      Lichaamshouding, Skeletten en beweging



1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 2-4

This lesson contains 33 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?

Les 1.       Onderdelen van het skelet
Les 2.      Been en kraakbeen
Les 3.      Gewrichten en beenverbindingen
Les 4.      Spieren
Les 5.      Lichaamshouding, Skeletten en beweging



Slide 1 - Slide

Houding
Wie zit er goed?



Slide 2 - Slide

We gaan staan

Voeten op heupbreedte 
Knieën niet op slot

Touwtje aan je hoofd omhoog


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Lopen
Hoofd = zwaar -> boven wervelkolom

Schouders ontspannen naar achteren

Ruggenwervels kan tussen nek en taille bij elke pas roteren

Romp -> Buik en rugspieren (core stability)

Voeten -> Hak, voet afwikkelen, bal

Slide 6 - Slide

11 hoofdtypen van voortbeweging


Hoe zou jij ze noemen?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Viervoeters
Tetrapoda
Zetten zich met hun poten af tegen de grond
Lichaam duwt zich bij afzet via wervelkolom naar voren
Steunt op 4 poten

4 soorten:
Hoefgangers
Zoolgangers
Teengangers
Zool/teengangers

Slide 9 - Slide

Tweevoeters
Bipeda
Vaak vogels die vooral op de grond leven
Sterk ontwikkelde achterpoten
Zwaar gebouwd

Twee typen: Waders en grondkrabbers

Slide 10 - Slide

Kruipers
Poten steken zijwaarts uit
Lichaam word door spierspanning van de grond getild.
Kost extra energie
Steunt bij rust op de grond
Oud primitief kenmerk

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Gravers

Grote sterke graafpoten
Kunnen voor of achterpoten zijn
Sommigen leven altijd onder de grond (korte romp en nek)
Graven voor voedsel of veiligheid


Slide 13 - Slide

Klimmers
Meestal korte poten
Dicht bij oppervlak waar ze opklimmen
Vallen niet gauw
Grijpklauwen
Sommigen lange staart voor evenwicht

Slide 14 - Slide

Slingeraars

Hoog in de bomen
Lange armen
Sommigen grijpen met staart
Korte romp
Gewicht in rechte lijn met armen

Slide 15 - Slide

Springers
Zetten met beide achterpoten tegelijk af
Strekken tijdens de afzet achterpoten
Lichaam komt los van de grond
Romp is kort 
Gewicht ligt boven de achterpoten

Slide 16 - Slide

Vliegers
Voorpoten zijn omgevormd
Veren = draagvlakvergroting
Staart is voor sturen en stabiliteit in vlucht
Grote borstbeen met kiel
Holle botten
Drie typen: Slagvliegers, zwevers en helicopters

Slide 17 - Slide

Trappelaars

Veel tijd in water
Achterpoten worden afgezet in het water (duwslag)
Zwemvliezen
Samengevouwen poot

Slide 18 - Slide

Kronkelaars
Bewegen zich geheel voort zonder ledematen
Sterke vermeerdering van wervels
Veel ribben 
Kronkelaars op het land en in het water

Slide 19 - Slide

Zwemmers
Onder water
Gestroomlijnde lichaamsbouw
Vier groepen:
- Vissen (2 groepen)
-Verticaal bewegende staartzwemmers
- Zijdelings golvende staartzwemmers
- Peddelende zwemmers

Slide 20 - Slide

Golvende zwemmers
Lichaam is links/rechts afgeplat
Zwemmen door lange golfbewegingen
Lang uithoudingsvermogen
Lange afstandszwemmers 
Zwemmen niet door hun vinnen 

Slide 21 - Slide

Buikschuivers
Lichaam is boven/beneden afgeplat
Zwemmen dicht op bodem
Opwaartse druk
Platvissen: zij
Roggen: buik

Slide 22 - Slide

Verticaal bewegende staartzwemmers
Zoogdieren in water
Staart ligt plat in water
Op en neer gaande beweging
Staart en rugvin niet zichtbaar in het skelet (bindweefsel)
Voorpoten zijn flippers die sturen

Slide 23 - Slide

Zijdelings golvende staartzwemmers

Hoofdzakelijk in water
Land - 4 poten
Water - zijdelingse golfbeweging staart
Kop recht vooruit

Slide 24 - Slide

Peddelende zwemmers

Peddelen met ledematen 
Voor of achterpoten of allebei
Zwemvliezen = afzetvergroting 

Slide 25 - Slide

Hoefgangers


Alleen toppen van de vingers of tenen raken de grond
Kootjes eindigen in hoef
Voor harde ondergrond
Verlengde middenhandsbeentjes/ middenvoetsbeentjes 
Daardoor grote stappen

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Teengangers
Alleen de kootjes raken de grond
Poten zijn lang 
Weerstand tussen poten en grond klein
Kunnen hierdoor hard rennen

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Zoolganger

Hele voetzool, kootjes en middenvoets- middenhandsbeentjes, raakt de grond.
Niet snel wel goed afzetten of grijpen

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Zool/teengangers

Voorpoten alleen vingers
In rust hele voetzolen achterpoot 
Redelijk snel rennen 
Behoorlijk afzetten

Slide 33 - Slide