§2.1 De industriële revolutie

§2.1 De Industriële revolutie
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

§2.1 De Industriële revolutie

Slide 1 - Slide

A Grote economische gevolgen
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom België eerder industrialiseerde dan Nederland.

Slide 2 - Slide

A Grote economische verschillen
  • 1815: Nederland wordt een koninkrijk o.l.v. Koning Willem I: het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
  • - bestaat uit: Nederland, België en Luxemburg

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Video

A Grote economische verschillen
Industrie in het zuiden
  • Industriële revolutie: De grote verandering in de 18de  en 19de eeuw in West-Europa  door de komst van fabrieken en nieuwe vervoersmiddelen.

  • Rond 1800 industrialiseerde het zuiden (het huidige België)
  • Hier werden stoommachines gebruikt om spin- en weefmachines aan te drijven. 
  • Vanaf 1830 werden veel spoorwegen aangelegd, voor vervoer van goederen en grondstoffen.

Slide 6 - Slide

A Grote economische gevolgen
Handel en landbouw in het Noorden
Rond 1800 was er nauwelijks industrie in het noorden door:
  • Ondernemers hadden geïnvesteerd in windmolens en watermolens ==> overstappen op stoomkracht was te duur.
  • Er was nog geen steenkool beschikbaar.
  • Tot 1860 waren er weinig spoorlijnen, hierdoor was aanvoer van bv steenkool erg duur.
  • er was weinig vraag naar producten.

Slide 7 - Slide

A Grote economische verschillen
Koning Willem I
Willem I wilde van zijn land een moderne industriële samenleving maken, maar België is  ontevreden:​ 
  • Godsdienstvrijheid + gelijkheid in geloof --> de machtige katholieke kerk in het zuiden was tegen die gelijkstelling. ​ 
  • Samenvoeging staatsschulden​ 
  • België had betere economie --> door industrialisatie​ 
  • Verdeling volksvertegenwoordigers oneerlijk​ 
--> 1839: België onafhankelijk

Slide 8 - Slide

B Industrie in Nederland
Leerdoel: Je kunt uitleggen wanneer en waardoor de industrialisatie in Nederland op gang kwam. 

Slide 9 - Slide

B Industrie in Nederland
De maatregelen van Willem I
  • Voor industrialisatie  heb je infrastructuur nodig
  • ==> voor vervoer van grondstoffen en eindproducten
  • Willem I investeerde veel in infrastructuur (koning koopman)
  • Liet kanalen graven
  • 1839: eerste trein tussen Amsterdam en Haarlem
  • Rond 1830 werden eerste textielfabrieken in Twente opgericht door Britse en Belgische fabrikanten. 
  • Vanaf 1900 eerste auto's in Nederland
==> vanaf 1860 komt industrialisatie van Nederland op gang

Slide 10 - Slide

B Industrie in Nederland
De oorzaken van de industrialisatie
De groei van de industrie kwam vanaf 1860 had een aantal oorzaken:
  1. De regering investeerde nog meer in de infrastructuur. 
  2. De vraag naar producten nam toe.
  3. de kolonie was een belangrijk afzetgebied voor katoenen stoffen. 

Slide 11 - Slide

C Ondernemers en arbeiders
Leerdoel: Je kunt de arbeidsomstandigheden en woonomstandigheden van ondernemers en arbeiders in de 19de eeuw beschrijven. 

Slide 12 - Slide

C Ondernemers en arbeiders
arbeidsomstandigheden
Met de komst van fabrieken kwamen er andere arbeidsomstandigheden
  • Lage lonen ==> hierdoor veel vrouwen- en kinderarbeid.
  • Lange werkdagen van 10 tot 14 uur
  • Ongezond werk
  • Onveilig werk
  • Eentonig werk, machines bepalen het werktempo, er was arbeidsdeling
  • Arbeiders waren afhankelijk van fabrieksbaas ==> die kon zomaar iemand ontslaan
  • Er waren geen wetten die arbeiders beschermden. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 15 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 16 - Open question