This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Zorgplan
Doelen stellen
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Hoofddoel: Je kunt samen met de zorgvrager een correct zorgdoel formuleren.
Slide 2 - Slide
Een zorgdoel:
Nadat je de zorgproblemen hebt vastgesteld, ga je de zorgdoelen formuleren. Een zorgdoel is de gewenste situatie van de zorgvrager. Je bepaalt de zorgdoelen altijd samen met de zorgvrager of zijn vertegenwoordiger. Je gaat uit van de vastgestelde zorgproblemen en je houdt rekening met de afspraken met andere disciplines
Slide 3 - Slide
Het zorgproces- zorgdoelen
Wanneer er zorgproblemen zijn vastgesteld.
Een zorgdoel is de gewenste situatie of gewenst gedrag van de zorgvrager.
Formuleren van zorgdoelen is een hulpmiddel.
Slide 4 - Slide
Termijn zorgdoel:
Lange termijn: weken, maanden of jaren. Een andere naam is einddoel.
Korte termijn: paar dagen of zelfs uren, onderdeel van het lange termijndoel. Stap voor stap werk je met het korte termijndoel toe naar het einddoel.
Slide 5 - Slide
Formuleren van zorgdoelen:
Formuleer vanuit de zorgvrager: Mw. Bergsma
Gebruik daarna een actief werkwoord zoals: wast zichzelf, komt uit bed…
Daarna: hoe, waarmee, onder welke omstandigheden
Welke tijd moet het doel behaald zijn
Bijvoorbeeld: Dhr. Snel leert zichzelf injecteren met insuline voor de nacht binnen 5 dagen.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Hulpmiddel is de SMART:
Slide 8 - Slide
Hulpmiddel RUMBA
R = relevant: belangrijk voor de zorgvrager
U = understandable: in begrijpelijke taal geschreven
M = measurable: meetbaar
B = behavioral: in concreet waarneembaar gedrag beschreven
A = attainable: haalbaar
Slide 9 - Slide
Maak zelf eens een doel. Bijvoorbeeld over iets wat je wilt leren of kunnen in een bepaalde periode. Bijvoorbeeld koken, verven een bepaalde hobby uitoefenen. Formuleer deze SMART.
Slide 10 - Open question
Haal een zorgprobleem uit de casus van mevrouw Swiep Beschrijf het probleem met de PES
Slide 11 - Open question
Opdracht (5 min): Maak een SMART doel voor mevrouw Swiep
Schrijf dit op een post it.
Ruil met je buur....
Hadden jullie hetzelfde?
Wat valt op?
Slide 12 - Slide
Goed of fout SMART doel: Kobe wil op dansles.
A
juist
B
niet juist
Slide 13 - Quiz
Goed of fout SMART doel: Ik wil in 1 maand tijd 2 kg afvallen in gewicht.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Opdracht
Formuleer voor Mevrouw Swiep 3 zorgproblemen volgens de PES
Formuleer daarna voor Mevrouw Swiep 3 passende zorgdoelen