2.4 Bij welke groep hoor je? / Starterpack

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3

2.4 Bij welke groep hoor je?

Doelen H2.4:

Je leert over imitatie en identificatie

Je leert wat groepsvorming is

Je leert wat "je grenzen" zijn

Je weet wat sociale cohesie is

Aan het einde van de les kun je uitleggen welke kenmerken een rol spelen bij welke groep je hoort. 

Je weet wat de begrippen (H2.3):

Puberteit , Tolerantie, Groepsdruk, Asociaal, Groepsdruk, Generatieconflict.

Hoe ontstaat een groepsgevoel?

1. Door de plaats waar je vandaan komt

2. Door je geloof

3. Wanneer je een gezamenlijk belang of probleem hebt

4. Wanneer je een gezamenlijke smaak of interesse hebt

Groepsgevoel:

Identificatie: 

je herkent bepaalde kenmerken van jezelf in een ander.

Groepsidentificatie:

je voelt je verbonden met een groep mensen omdat je dezelfde kenmerken of gewoonte hebt hebt.

Manieren om te socialiseren

1.  Imiteren = nadoen/ cultuur van een ander overnemen
2. Informeren = overbrengen van informatie
3.  Sociale controle =dwingen/stimuleren door sancties

Hierna eerst terugdenken aan het filmpje van vorige week: welk voorbeeld van socialisatie kwam daar voorbij? --> imitatie --> daarna compleet overzicht van de vormen van socialisatie laten zien. 

Identificatie is:

1. Kenmerken van jezelf bij een ander zien
2. Iemand die dezelfde taal spreekt bijv.
3. Iemand met dezelfde kleding bijv.
4. A t/m C

Imitatie

• Nadoen
• Cultuurkenmerken van anderen overnemen

filmpje : Vijf eerste generatie Marokkaanse vrouwen gaan met elkaar op stap om Nederlanders te ontmoeten en Nederland te ontdekken.

Wat is imitatie?

1. Je gaat alles nadoen wat een ander voordoet
2. Eigenschappen van een persoon overnemen
3. Je gaat aanpassen aan een ander cultuur
4. A t/m C

www.bnnvara.nl

Filmpje laten zien over de manieren waarop cultuurkenmerken overgenomen kunnen worden. In het filmpje wordt een voorbeeld van informatie gegeven. De vrouwen hebben er uiteindelijk zelf voor gekozen om een hoofddoek te gaan dragen, eerder deden zij dat niet. Ook maken ze duidelijk dat het geen verplichting was (dus geen sociale controle) maar doordat zij zelf steeds meer gingen leren over het geloof en meer informatie erover kregen hebben besloten om toch een hoofddoek te gaan dragen. 

Hoe krijgen wij informatie?

• Kennisoverdracht
•  School, media, vrienden, ouders, enz. 

Kort overzicht informatie na filmpje

www.npo3.nl

In dit filmpje komt een andere manier van socialisatie voorbij. Ook hier vragen hoe socialisatie plaatsvindt. In het filmpje is te zien dat iemand een naturalisatieceremonie bij gaat wonen. Hierbij moet een eed worden afgelegd waarmee belooft wordt om de vrijheden en rechten van het Nederlanderschap te respecteren. Vanaf 16 is iedereen verplicht de verklaring af te leggen.

Dit is dus een voorbeeld van sociale controle omdat het hier gaat om het stimuleren/verplichten van nieuwe Nederlanders om zich aan de normen en waarden te houden. Daarnaast is het een voorbeeld van een positieve sanctie: de ceremonie wordt gezien als een feestelijke gelegenheid en als afsluiting van de inburgering

Sociale controle

Anderen stimuleren/dwingen om cultuurkenmerken over te nemen door sancties. Deze kunnen negatief of positief én formeel of informeel zijn. 

(Groeps) identificatie

Identificatie: kenmerken van jezelf herken je bij een ander. 

Groepsidentificatie: Je vind jezelf bij een groep horen omdat je dezelfde kenmerken hebt. 

Hoe ontstaat een groepsgevoel?

1. Door de plaats waar je vandaan komt

2. Door je geloof

3. Wanneer je een gezamenlijk belang of probleem hebt

4. Wanneer je een gezamenlijke smaak of interesse hebt

Sociale Cohesie

Sociale cohesie

Hoe ontstaat groepsgevoel?
(4 mogelijkheden)

1. Door de plaats waar je vandaan komt

2. Door je geloof

3. Wanneer je een gezamenlijk belang of probleem hebt

4. Wanneer je een gezamenlijke smaak of interesse hebt

Plaats:

De plaats waar je woont of vandaan komt kan zorgen voor een groepsgevoel.

Denk aan die keer dat je Nederlanders tegenkomt in het (verre) buitenland.

Voel je je meteen verbonden?

Geloof:

Je voelt je verbonden aan de mensen die hetzelfde geloven en naar dezelfde kerk, moskee, tempel of synagoge gaan.

Smaak of interesse:

Wanneer je samen dezelfde interesse of hobby hebt schept dit een band.

Ontstaan jongerenculturen

• Meer vrije tijd.
• Meer welvaart.
• Jongeren hadden zelf meer geld. 
• Afzetten tegen ouders. 

Belangen of problemen:

Als je hetzelfde wilt of het zelfde probleem hebt, dan schept dit een band.

Kun je een ander voorbeeld noemen?

Ik of wij!?

We worden steeds meer een individu en steeds minder deel van een groep. Dit proces noemen we individualisering. 

Als mensen het gevoel hebben bij elkaar te horen dan noem je dat sociale cohesie, er is dan een sterk wij-gevoel. In een individuele samenleving zijn mensen vrijer, maar is de eenzaamheid ook steeds groter.

Maken:

H.2.4 ''Bij welke groep hoor jij?"

• Pagina 26 t/m 28